In deze preek over Romeinen 5:1 wordt stilgestaan bij de eerste grote zekerheid die volgt uit rechtvaardiging door het geloof: vrede met God. Vanuit de opbouw van Paulus’ betoog in de eerste vier hoofdstukken van Romeinen wordt duidelijk dat de mens van nature vijand van God is en onder Zijn toorn leeft. Maar door het geloof in Jezus Christus wordt de gelovige gerechtvaardigd, een voltooide, juridische daad van God, waarbij de gerechtigheid van Christus wordt toegerekend. Deze rechtvaardiging leidt direct tot vrede met God: een objectieve, blijvende verzoening, gebaseerd op het volbrachte werk van Christus. Deze vrede is een realiteit, een fundament dat zekerheid geeft, de beschuldigingen van het geweten en de aanklager beantwoordt.
Kernpunten van de preek
- Rechtvaardiging is een voltooide, juridische daad van God; geen proces, maar een status.
- Rechtvaardiging is volledig gebaseerd op het offer en de gehoorzaamheid van Christus.
- Vrede met God betekent: geen toorn meer, maar aanvaarding als kind door het bloed van Christus.
- Vrede met God is een vaststaand bezit voor elke wedergeboren discipel, niet afhankelijk van wisselende gevoelens of prestaties.
- Ware zekerheid rust niet op het geloofsgevoel, maar op het fundament van Christus’ werk.
Geciteerde Schriftgedeelten
Romeinen 1:16-17 | Romeinen 3 | Romeinen 4:25 | Romeinen 5:1,9 | Romeinen 7:18-25 | Romeinen 8:1,30,33-34 | Genesis 15 | Psalm 32 | 2 Korinthe 5:21 | Kolossenzen 1:13-14, 3:3 | Johannes 5:24, 3:19 | Kolossenzen 1:21 | Efeze 2:3 | Hebreeën 11:6 | Titus 2:11-12 | 2 Korinthe 13:5 | Johannes 14:15 | Filippenzen 4:7