In deze preek over Romeinen 1:18 wordt stilgestaan bij de openbaring van Gods toorn over alle goddeloosheid en ongerechtigheid van mensen die de waarheid onderdrukken. De preek legt uit wat Gods toorn is en hoe deze zich manifesteert: niet alleen in zichtbare rampen, maar juist ook in het feit dat God mensen overgeeft aan hun zondige verlangens. Er wordt onderscheid gemaakt tussen goddeloosheid als houding tegenover God en ongerechtigheid als gevolg daarvan in menselijk gedrag. Deze realiteit wordt toegepast op de toestand van Nederland, waarin moreel verval wordt herkend als bewijs van reeds aanwezige oordeelsopenbaring.
Kernpunten van de preek
- Gods toorn is Zijn heilige en rechtvaardige reactie op zonde, in overeenstemming met Zijn volmaakte karakter.
- Gods toorn richt zich op goddeloosheid (het ontbreken van eerbied voor God) en ongerechtigheid (zondig gedrag richting anderen).
- Gods toorn openbaart zich niet alleen in zichtbare rampen, maar ook door mensen over te geven aan hun zondige verlangens.
- De tekenen van Gods oordeel zijn zichtbaar in moreel verval, seksuele immoraliteit, verwarring en wetteloosheid.
- De mens is niet neutraal, maar bevindt zich van nature in opstand tegen God.
- Discipelen worden opgeroepen zich te onthouden van alles waarvoor Gods toorn komt en te wandelen als kinderen van het licht.
Geciteerde Schriftgedeelten
Romeinen 1:18-32 | Psalm 96:10-13 | Psalm 58:11-12 | Exodus 15:1-21 | Openbaring 19:1-2 | Jakobus 1:19-20 | Efeze 4:26-27 | Psalm 24:1-2 | Jesaja 42:8 | Jesaja 43:7 | Psalm 14:1 | Johannes 3:19-21 | Efeze 5:6-11 | 1 Korinthe 15:10 | 1 Timotheüs 2:1-4 | Maleachi 3:13-15 | Psalm 73
