In deze preek over Romeinen 3:10–12 wordt stilgestaan bij de totale verdorvenheid van de mens zoals die door Paulus wordt aangewezen vanuit het Oude Testament. De apostel laat zien dat niemand rechtvaardig is, niemand verstandig is en niemand uit zichzelf God zoekt. Deze verzen tonen de totale geestelijke onmacht van de mens in zijn natuurlijke staat, wat onderbouwd wordt met citaten uit o.a. Psalm 14. De preek benadrukt dat deze waarheid niet nieuw is, maar voortkomt uit het gezag van heel de Schrift en dat het doel van deze diagnose de voorbereiding op het evangelie van Gods genade in Christus.
Kernpunten van de preek
- Paulus’ uitspraak “zoals geschreven staat” onderstreept het blijvende gezag van het Oude Testament.
- De universele schuld van de mens is geen nieuw inzicht, maar gegrond in de Schrift.
- Niemand bezit geestelijk inzicht vanuit zichzelf; het verstand is verduisterd door de zonde.
- De mens zoekt van nature niet de ware God, maar leeft in vijandschap en zelfgerichtheid.
- Deze diagnose van zondigheid is nodig om de volheid van Gods genade in Christus te verstaan.
- Alleen Gods initiatief, Zijn zoeken, roepen en vernieuwen, brengt een mens tot Hem.
Geciteerde Schriftgedeelten
Romeinen 3:10-12 | Psalm 14:2-3 | Jesaja 53:6 | Prediker 7:29 | Genesis 1:27,31 | Mattheüs 5:17 | Lukas 24:44 | 1 Korinthe 15:1-4 | Efeze 4:17-18 | 1 Korinthe 2:14 | Romeinen 1:21 | Jesaja 64:4 | Johannes 6:44 | Lukas 19:10 | Jesaja 55:6 | Romeinen 5:8 | Johannes 19:30
