Preekbeschrijving
De apostel Paulus stelt zichzelf in de opening van de brief aan de Romeinen niet alleen voor als dienstknecht, maar ook als een geroepen apostel. Deze preek gaat in op de betekenis en het gezag van het apostelschap zoals vastgesteld door Christus Zelf. Wat is een apostel volgens de Schrift? Welke kenmerken onderscheiden een ware apostel van valse aanspraken?
De unieke roeping van Paulus wordt uitgelegd in het licht van Gods heilsplan, waarbij zijn bediening als apostel der heidenen bijzondere betekenis krijgt. Zijn apostelschap bevestigt de universele reikwijdte van het Evangelie en de goddelijke autoriteit van zijn onderwijs. Tegelijk roept deze preek op tot erkenning van het gezag van Gods Woord en tot navolging van de toewijding van de apostel Paulus. Hoewel er vandaag geen apostelen meer zijn, is iedere gelovige geroepen als getuige en dienaar van Christus.
Kernpunten van de preek
- Paulus noemt zichzelf een geroepen apostel, niet door mensen, maar door de wil van God en Christus Jezus.
- Een apostel is een gezant, een gezondene met goddelijk gezag, persoonlijk geroepen door Christus.
- De kenmerken van een ware apostel:
- Persoonlijke omgang met Christus vanaf Zijn doop tot de hemelvaart.
- Getuige van de opstanding.
- Bevestiging van hun bediening door tekenen, wonderen en krachten.
- Paulus’ apostelschap is uniek: hij werd persoonlijk geroepen door de opgestane Christus op weg naar Damascus.
- Er zijn vandaag geen apostelen meer; het apostolische ambt was fundamentleggend.
- Het gezag van Paulus’ brieven is geworteld in zijn goddelijke roeping en openbaring van Christus.
- Het apostelschap van Paulus bevestigt dat het Evangelie voor Joden én heidenen is.
- Gelovigen zijn geen apostelen, maar wel getuigen, geroepen om de deugden van Christus te verkondigen en discipelen te maken.
- De woorden van Paulus in de brief aan de Romeinen dragen goddelijk gezag en dienen ons te leiden en te heiligen.
Geciteerde Schriftgedeelten
Romeinen 1:1 | Handelingen 1:15-26 | Handelingen 9:1-19 | Handelingen 13:46-49 | Handelingen 20:27 | Galaten 1:1 | Galaten 1:11-12 | 1 Korinthe 15:13-18 | 2 Korinthe 12:12 | Efeze 2:19-20 | Judas 1:3 | Handelingen 2:42 | 2 Timotheüs 2:15 | 2 Petrus 3:14-16 | 1 Johannes 1:1-3 | Hebreeën 2:1-4 | Kolossenzen 1:15-20 | Johannes 1:1 | Johannes 1:14 | 1 Petrus 2:9
