In deze preek over Romeinen 6:19-23 wordt stilgestaan bij het radicale contrast tussen slavernij aan de zonde en dienstbaarheid aan God: God heeft volstrekt recht op ons leven op grond van schepping en verlossing, wie de zonde dient ontvangt als verdiend loon de dood, maar wie door Christus is vrijgemaakt draagt vrucht die leidt tot heiliging en ontvangt eeuwig leven als pure genadegave in en door Jezus Christus, onze Heere.
Kernpunten van de preek
- God heeft absoluut recht op ons leven op basis van schepping en op basis van de verlossing door het bloed van Christus.
- De mens heeft zijn leden actief ingezet voor de zonde en wordt nu opgeroepen dezelfde inzet te tonen in dienst van de gerechtigheid.
- De vroegere “vrijheid” ten aanzien van de gerechtigheid was in werkelijkheid diepe gebondenheid die geen blijvende vrucht opleverde.
- De vrucht van het nieuwe leven bestaat in heiliging en betreft een innerlijke verandering van karakter, niet louter uiterlijke activiteit.
- Vrijgemaakt zijn van de zonde is een daad van God zelf en vormt een objectieve, blijvende realiteit voor iedere wedergeboren discipel.
- Het contrast tussen loon en genade staat centraal: de dood is verdiend, het leven is gegeven, volledig in en door Jezus Christus, onze Heere.
Geciteerde Schriftgedeelten
Romeinen 6:19-23 | Romeinen 6:15-18 | Romeinen 6:13-14 | Romeinen 1:16-17 | Romeinen 8:1 | Psalm 24:1 | Psalm 100:3 | Handelingen 17:28 | 1 Korinthe 6:19-20 | 1 Petrus 1:18-19 | 1 Petrus 4:1-3 | Johannes 8:36 | Johannes 17:17 | Kolossenzen 1:13-14 | Ezechiël 18:4 | Exodus 34:6 | Mattheüs 5:45 | Mattheüs 1:21 | Galaten 5:22-23 | Numeri 11:5 | Filippenzen 3:8-11