In deze preek wordt stilgestaan bij het roemen van de gelovige in de hoop op de heerlijkheid van God. De apostel Paulus beschrijft hoe deze hoop niet een wens of onzeker verlangen is, maar een vaste zekerheid die gegrond is in Gods karakter, in het werk van Christus en in Gods onveranderlijke beloften. De preek laat zien dat deze hoop drie dimensies kent: de persoonlijke verheerlijking van de gelovige, het aanschouwen van Gods heerlijkheid en de vernieuwing van de schepping. Vanuit de Schrift wordt duidelijk gemaakt dat deze hoop het anker is voor de ziel, een levende hoop die geboren is uit de wedergeboorte en een hoop die geworteld is in Gods trouw en waarheid.
Kernpunten van de preek
- Roemen is vreugdevol vertrouwen in wat buiten onszelf ligt: Gods beloften.
- Bijbelse hoop is geen onzeker verlangen, maar een zekere verwachting gegrond in Gods karakter.
- De hoop van de gelovige is een anker voor de ziel, levend door Christus, geworteld in Gods trouw.
- Gods beloften zijn onwankelbaar; daarom is de hoop van de gelovige zeker en vreugdevol.
- Bijbels roemen is God-gecentreerd: in Zijn kruis, Zijn werk, Zijn heerlijkheid.
- Ware hoop wordt gevoed door de Schriften, niet door methodes of menselijke schema’s.
Geciteerde Schriftgedeelten
Romeinen 5:2 | Efeze 1:3 | Romeinen 3:27 | Filippenzen 3:4-7 | Jeremia 9:23-24 | Galaten 6:14 | Hebreeën 6:17-19 | 1 Petrus 1:3 | Titus 1:1-2 | Romeinen 15:13 | 1 Petrus 1:21 | Psalm 33 | Klaagliederen 3:24 | Romeinen 15:4 | Daniël 12:2-3 | 1 Johannes 3:2 | Romeinen 8:29-30 | Filippenzen 3:20-21 | 1 Korinthe 15:52-54 | 2 Korinthe 5:1-4 | 1 Korinthe 13:12 | Johannes 17:24 | Openbaring 22:3-4 | Romeinen 3:23 | Romeinen 8:20-21 | 2 Petrus 3:13-14 | 1 Johannes 2:28
