Preekbeschrijving
In deze preek over Romeinen 2:1 richt Paulus zich tot de morele of religieuze mens die de zonden van anderen veroordeelt, maar blind is voor zijn eigen schuld. Na de scherpe aanklacht tegen de heidenen in Romeinen 1, ontneemt Paulus nu ieder excuus aan hen die zichzelf rechtvaardig achten op basis van moraliteit of religie. In de preek wordt gewaarschuwd tegen zelfrechtvaardiging en het gevaar van moreel onderscheidingsvermogen zonder bekering. Er wordt benadrukt dat ware rechtvaardigheid niet voortkomt uit uiterlijke werken of vergelijking met anderen, maar alleen door de genade van God in Jezus Christus. De oproep is tot verootmoediging, zelfonderzoek en het volledig rusten in Gods genade, opdat we niet vertrouwen op eigen gerechtigheid, maar op het volbrachte werk van Christus.
Kernpunten van de preek
- Het probleem is niet dat deze mens zonde herkent, maar dat hij zichzelf buiten het oordeel plaatst.
- Zelfrechtvaardiging verhindert ware bekering en wordt gevoed door vergelijking met anderen in plaats van Gods heiligheid.
- Moreel conservatisme of religieuze ijver zonder wedergeboorte biedt geen enkele hoop of redding.
- Alleen de genade van God in Christus kan de wortel van zelfrechtvaardiging doden en ware rechtvaardigheid geven.
- Genade is niet abstract, maar wordt gevonden in de Persoon van Jezus Christus.
- De ware discipel leeft niet uit vergelijking, maar uit voortdurende afhankelijkheid van Gods genade.
Geciteerde Schriftgedeelten
Romeinen 1 | Romeinen 2:1 | Romeinen 3:19 | Mattheüs 7:1-5 | Johannes 7:24 | Mattheüs 5:21-48 | Ezechiël 11:19-20 | Mattheüs 23 | Lukas 18:9-14 | Johannes 9:39-41 | 2 Samuel 12:1-12 | Jesaja 6:5