In deze preek over Romeinen 3:9 wordt stilgestaan bij de universele aanklacht van de zonde die over alle mensen ligt, zowel Jood als heiden. Paulus maakt duidelijk dat niemand boven een ander staat in morele of geestelijke zin, omdat ieder mens “onder de zonde” is. De preek legt uit dat deze beschuldiging geen mening of interpretatie is, maar een goddelijk oordeel gegrond op de Schrift. Daarbij wordt zonde theologisch gedefinieerd als wetteloosheid, het missen van het doel, en actieve rebellie tegen God. Deze realiteit van totale verdorvenheid onderstreept de absolute noodzaak van het Evangelie en roept op tot lofprijzing van God die zondaren levend maakt door Christus.
Kernpunten van de preek
- De beschuldiging geldt zowel Joden als heidenen: allen staan onder de zonde.
- “Onder de zonde” betekent: onder de macht, heerschappij en slavernij van de zonde.
- De aanklacht is goddelijk gezaghebbend, gegrond in de Schrift.
- De mens is willens en wetens slaaf van de zonde; hij heeft de duisternis lief.
- Totale verdorvenheid betekent niet maximale slechtheid, maar dat elk aspect van het menselijk bestaan aangetast is.
Geciteerde Schriftgedeelten
Romeinen 3:9 | Romeinen 1:24-28 | Romeinen 6:14 | Romeinen 8:7 | Efeze 2:1 | Johannes 3:19 | 1 Johannes 3:4 | Psalm 51:6 | Genesis 3:6 | Hebreeën 4:13 | Psalm 139 | Lukas 24:47 | Handelingen 4:12 | Openbaring 5:9-13