In deze preek over Romeinen 3:5–8 wordt stilgestaan bij de scherpe tegenwerping die Paulus behandelt: is God onrechtvaardig als Hij oordeelt, terwijl onze zonde Zijn gerechtigheid bevestigt? Paulus toont aan hoe diep de verdorvenheid van het menselijk denken reikt wanneer het probeert schuld af te schuiven en verantwoordelijkheid te ontwijken door Gods karakter zelf in twijfel te trekken. De preek legt bloot hoe het zondige hart theologische waarheden kan verdraaien tot zelfrechtvaardiging, terwijl Paulus duidelijk maakt dat Gods oordeel volstrekt rechtvaardig is. Doorheen het betoog wordt Gods heiligheid en rechtvaardigheid verheerlijkt en wordt benadrukt dat Zijn oordeel niet slechts nodig, maar ook heerlijk is, omdat het getuigt van Zijn onwankelbare trouw en zuiverheid.
Kernpunten van de preek
- De verdorven gedachte dat zonde gerechtvaardigd kan worden omdat het Gods heerlijkheid benadrukt, wordt afgewezen.
- De mens probeert verantwoordelijkheid te ontwijken door theologische waarheden te verdraaien.
- Het misbruiken van Gods genade als excuus voor zonde is rebellie, geen zwakte.
- De Schrift bevestigt overal dat God rechtvaardig oordeelt en dat Zijn oordeel reden tot vreugde is voor wie Hem vrezen.
- Genade is heilig; het verdraaien ervan is het vertrappen van Christus’ offer en het smaden van de Geest van de genade.
Geciteerde Schriftgedeelten
Romeinen 3:5-8 | Romeinen 1:16-17 | Romeinen 2:4 | Genesis 18:25 | Psalm 11:7 | Psalm 89:15 | Psalm 96:12-13 | Psalm 98:8-9 | Jesaja 5:16 | Openbaring 15:3 | Judas 1:4 | Galaten 5:13 | Hebreeën 10:28-29 | 2 Petrus 1:12 | Filippenzen 3:1 | Hebreeën 3:13