In deze preek over Romeinen 6:5–10 wordt stilgestaan bij de geestelijke werkelijkheid van onze eenheid met Christus in Zijn dood en opstanding. Paulus laat zien dat wie met Christus gestorven is, ook met Hem zal leven. Deze eenheid is geen gevoel of proces, maar een volbracht feit dat door de Heilige Geest bij de wedergeboorte wordt toegepast. De oude mens, onze identiteit in Adam, is met Christus gekruisigd, zodat we niet langer slaven van de zonde zijn. Tegelijk garandeert onze vereniging met Zijn opstanding dat we nu al leven in de kracht van het nieuwe leven en eens lichamelijk zullen opstaan in heerlijkheid. Deze waarheden vormen het fundament voor een leven in heiliging en vrijheid, door geloof in het volbrachte werk van Christus.
Kernpunten van de preek
- De oude mens, onze identiteit in Adam, is met Christus gekruisigd.
- Deze kruisiging had als doel de macht van de zonde over ons lichaam te breken.
- Een christen dient niet meer als slaaf de zonde, maar leeft in de vrijheid die Christus heeft verworven.
- De strijd tegen het vlees blijft, maar is niet hetzelfde als de slavernij aan de zonde.
- De opstanding van Christus is een garantie voor ons nieuwe leven nu én onze toekomstige lichamelijke opstanding.
- De zekerheid van onze redding ligt niet in gevoelens of beleving, maar in de objectieve waarheid van Christus’ dood en opstanding.
- Paulus’ betoog in Romeinen 6 weerlegt de gedachte dat genade zonde zou toelaten; wie in Christus is, kan niet in de zonde blijven leven.
Geciteerde Schriftgedeelten
Romeinen 6:5–10 | Romeinen 6:1–4 | Hebreeën 9:27–28 | 1 Petrus 3:18 | Efeze 2:4–6 | Kolossenzen 2:12 | 1 Korinthe 15:49 | Filippenzen 3:21 | 1 Johannes 3:2 | Kolossenzen 3:4 | Galaten 5:17 | Romeinen 8:13 | Efeze 4:22 | Romeinen 6:13