Preekbeschrijving
In deze preek over Romeinen 1:8-15 staan de kenmerken van ware gemeenschap in Christus centraal. Aan de hand van de woorden van de apostel Paulus wordt duidelijk hoe diep de band is tussen gelovigen die elkaar misschien nooit hebben ontmoet, maar verenigd zijn in het geloof en de waarheid van het Evangelie. Paulus’ dankbaarheid, voorbede en verlangen om de gemeente in Rome te versterken, laten zien hoe Bijbelse fellowship eruitziet: geworteld in Christus, geleid door de Geest, gericht op opbouw en verheerlijking van God.
De preek daagt uit om wereldse invloeden zoals psychologisering van relaties en het verlies van Schriftgezag te herkennen en af te leggen, zodat gemeenschap binnen de gemeente weer gevormd wordt naar het beeld van Christus. Het benadrukt dat elke gelovige geroepen is tot actieve betrokkenheid, onderlinge bemoediging en geestelijke opbouw, gedreven door liefde voor God en Zijn volk.
Kernpunten van de preek
- Paulus dankt God door Jezus Christus voor het geloof van de gemeente in Rome, dat wereldwijd bekend is geworden.
- Ware gemeenschap is niet gebaseerd op persoonlijke connecties, maar op gedeelde toewijding aan Christus en het Evangelie.
- Het gezag van de Schrift en de eenheid in Christus horen centraal te staan in onderlinge relaties, niet gevoelens of culturele normen.
- Paulus’ gebedsleven toont zijn voortdurende voorbede voor broeders en zusters, ook zonder persoonlijke kennismaking.
- Geestelijke opbouw is niet alleen de taak van leiders, maar van elke gelovige binnen het lichaam van Christus.
- Het Evangelie is niet alleen voor bekering, maar ook voor voortdurende groei, bemoediging en heiliging van gelovigen.
- De gemeente wordt opgeroepen tot actieve, Bijbelse gemeenschap waarin men elkaar aanspoort tot een leven tot eer van God.
Geciteerde Schriftgedeelten
Romeinen 1:8-15 | 2 Timotheüs 3:16 | Filippenzen 1:6 | Efeze 2:8-9 | Hebreeën 4:14-16 | Hebreeën 10:19-22 | 1 Timotheüs 2:5 | Johannes 4:24 | Mattheüs 5:13-16 | 1 Petrus 2:12 | Efeze 4:16 | 1 Thessalonicenzen 5:11 | Kolossenzen 3:16 | 1 Korinthe 12:12-27 | Handelingen 9:15 | 1 Korinthe 9:16-19 | 1 Petrus 2:9 | Jakobus 4:13-17 | Efeze 3:14-19 | Filippenzen 1:8-11 | Kolossenzen 1:9-12