Preekbeschrijving
In deze preek over Romeinen 1:21-25 wordt zichtbaar hoe het afwijzen van God onvermijdelijk leidt tot afgoderij en moreel verval. De mens, geschapen om God te verheerlijken en te danken, kiest ervoor de waarheid te onderdrukken en de Schepper te vervangen door het schepsel. Dit resulteert in een verdwaasd denken, een verduisterd hart en de ruil van Gods heerlijkheid voor vergankelijke afgoden. De ernst van Gods oordeel wordt duidelijk wanneer Hij de mens overgeeft aan zijn eigen begeerten. Tegelijk klinkt de oproep tot zelfonderzoek voor gelovigen: niet te vertrouwen op eigen inzicht, maar in vreze des HEEREN te wandelen.
Samenvatting van de preek
- De mens weigert God te verheerlijken en te danken, ondanks dat hij God kent door Zijn openbaring.
- Het negeren van God leidt tot dwaasheid, verduistering van het hart en afgoderij.
- Afgoderij is het vervangen van Gods heerlijkheid door vergankelijke en levenloze afgoden.
- God geeft mensen over aan hun eigen begeerten als een rechtvaardig oordeel.
- Aanbidding en toewijding aan de onvergankelijke God is het doel van het menselijk leven.
Geciteerde Schriftgedeelten
Romeinen 1:18-32 | Johannes 17:3 | Jakobus 2:19 | Genesis 1:26-27 | Openbaring 4:9-11 | Psalm 29:1-2 | Psalm 96:7-8 | Psalm 81:9-13 | Jesaja 44:9-20 | Spreuken 1:7 | Spreuken 2:6 | Spreuken 9:10 | Job 28:28 | Psalm 111:10 | Spreuken 14:12 | Psalm 139:13-16