Preekbeschrijving
In deze preek over Romeinen 2:12-16 wordt stilgestaan bij Gods rechtvaardige oordeel over hen die zonder de wet gezondigd hebben. De apostel Paulus maakt duidelijk dat zowel de heiden zonder de wet als de Jood met de wet schuldig staat voor God. De heiden kan zich niet verontschuldigen, want Gods algemene openbaring in de schepping en het ingeschapen geweten tonen hem de waarheid. Deze innerlijke en uiterlijke getuigen maken dat niemand onschuldig is. De preek benadrukt dat ieder mens, ongeacht afkomst of religieuze kennis, verantwoording zal afleggen voor Christus, Die als Rechter de verborgen dingen zal oordelen. Tegelijk klinkt er bemoediging voor de gelovige die in Christus geborgen is en een aansporing om de waarheid vrijmoedig te verkondigen aan de verlorenen.
Kernpunten van de preek
- De heiden zonder de wet is schuldig door Gods openbaring in de schepping en het geweten.
- Het werk van de wet is geschreven in het hart van ieder mens als moreel kompas.
- Het geweten getuigt tegen de mens en maakt hem niet te verontschuldigen.
- Op de dag des oordeels zal Christus alle verborgen dingen oordelen.
- De wereld schept een vals beeld van Christus als slechts liefdevol, maar Hij komt ook als Rechter.
- Voor de gelovige is het oordeel geen dreiging, maar een reden tot dankbaarheid vanwege Christus’ verlossing.
Geciteerde Schriftgedeelten
Romeinen 2:12-16 | Romeinen 1:16-17 | Romeinen 3:9-20 | Romeinen 1:18-28 | Romeinen 3:23 | 1 Johannes 3:4 | Jeremia 31:33 | Titus 1:15 | 1 Timotheüs 4:1-2 | Psalm 90:8 | 1 Korinthe 4:5 | Mattheüs 25:41 | Lukas 19:27 | Openbaring 19:11-16 | Kolossenzen 3:3-4 | Efeze 2:1-5 | Romeinen 10:17
