In deze preek over Hebreeën 6:7-12 wordt stilgestaan bij de ernstige waarschuwing tegen afvalligheid, het contrast tussen vruchtbare en onvruchtbare aarde, de bemoediging dat God het werk en de liefde van Zijn kinderen ziet en het bemoedigen van elkaar binnen het lichaam van Christus.
Kernpunten van de preek
- De auteur gebruikt het beeld van twee akkers: aarde die de regen indrinkt en nuttig gewas voortbrengt onder Gods zegen, tegenover aarde die onder dezelfde regen dorens en distels voortbrengt en verwerpelijk is, nabij vervloeking en verbranding.
- Ware vrucht komt niet uit eigen kracht maar alleen uit blijvende verbondenheid met Christus, de ware Wijnstok; zonder Hem kunnen wij niets doen, door Hem dragen wij veel vrucht.
- De auteur verandert van toon en spreekt de lezers als “geliefden” bemoedigend aan: hij is overtuigd van “betere dingen” bij hen, dingen die met de zaligheid samenhangen.
- Er wordt stilgestaan bij hoe gelovigen elkaar moeten opbouwen in ontmoedigende omstandigheden.
- De auteur herinnert eraan dat God niet onrechtvaardig is.
Geciteerde Schriftgedeelten
Hebreeën 6:4-6 | Hebreeën 6:7-12 | Mattheüs 3:8 | Genesis 19:24 | Mattheüs 3:10-12 | Mattheüs 13:40-42 | Johannes 15:1-8 | Openbaring 20:14-15 | 2 Korinthe 1:3-4 | Deuteronomium 31:7-8 | 1 Samuel 23:15-16 | Handelingen 16:40 | Galaten 6:2 | Johannes 14:1 | Kolossenzen 3:23-24 | Galaten 6:9-10
