In deze preek over 1 Petrus 2:11 wordt stilgestaan bij de strijd tegen vleselijke begeerten, met bijzondere aandacht voor de zonde van hoogmoed. Vanuit de zekerheid van het geloof, zoals verwoord in 1 Johannes, roept de preek op tot waakzaamheid en zelfonderzoek. Hoogmoed wordt ontleed als een diepe, vaak onzichtbare wortel van zonde, die zich onder meer uit in vleselijke vergelding, ongeduld, en het rechtvaardigen van zondige reacties op onrecht. Psalm 37 wordt aangehaald als praktische gids om zich te onthouden van vleselijke begeerten: door te vertrouwen op God, zich te verheugen in Hem, en in zachtmoedigheid Zijn weg te gaan. Daarbij wordt ook gewezen op de rol van onderlinge gemeenschap in het overwinnen van zonde: bijbelse correctie en bemoediging binnen het lichaam van Christus zijn onmisbaar voor de heiliging van elke gelovige.
Kernpunten van de preek
- Zekerheid in Christus is het fundament van waaruit vermaningen ontvangen moeten worden.
- Het hart van de mens is verraderlijk; hoogmoed misleidt en voedt vleselijke begeerten.
- Hoogmoed uit zich subtiel, vooral in zelfrechtvaardiging en vleselijke vergelding.
- Broederlijke gemeenschap is een door God gegeven middel tot vermaning, correctie en versterking.
- De strijd tegen zonde is zwaar, maar Gods genade en kracht zijn toereikend in Christus.
Geciteerde Schriftgedeelten
1 Petrus 2:11 | Jeremia 17:9-10 | Titus 3:4-5 | 2 Korinthe 5:17-18 | 1 Johannes 1:4 | 1 Johannes 2:1,12 | 1 Johannes 5:13 | 1 Korinthe 10:12 | Galaten 6:3 | Johannes 15:18-20 | Romeinen 12:17 | Titus 3:1-3 | Psalm 139:19-24 | Jakobus 1:20 | Efeze 4:29 | Kolossenzen 3:12 | Psalm 37 | Mattheüs 6:33 | Handelingen 18:24-28 | Hebreeën 12:1-2
