In deze preek over 1 Petrus 2:11 wordt stilgestaan bij de oproep aan christenen om als bijwoners en vreemdelingen in deze wereld te leven, zich te onthouden van vleselijke begeerten en zo een heilig getuigenis te zijn onder de heidenen. De preek laat zien hoe de identiteit van de gelovige als uitverkoren volk, koninklijk priesterschap en heilig volk fundamenteel bepalend is voor de levenswandel. Petrus roept op tot geestelijke strijd tegen de begeerten van het vlees, die de ziel beschadigen en benadrukt dat een godvruchtig leven geen vervanging is voor het evangelie in woorden, maar een noodzakelijke uitwerking van de zaligmakende genade van God. De praktische gehoorzaamheid in het afleggen van zonde, het kruisigen van het vlees en het wandelen door de Geest vormt de kern van wat het betekent om God te verheerlijken in een vijandige wereld.
Kernpunten van de preek
- Discipelschap vraagt om een heilige levenswandel onder ongelovigen, geworteld in de identiteit als vreemdeling op aarde.
- Vleselijke begeerten zijn niet beperkt tot seksuele zonden, maar omvatten elke zondige neiging van de oude mens.
- De levenswandel van een christen moet niet wereldgelijkvormig zijn, maar het gevolg van wedergeboorte en Geestvervuld leven.
- Het doel is niet om door goed gedrag de wereld te plezieren, maar om God te verheerlijken en het Evangelie krachtig uit te dragen.
- Strijd tegen zonde begint met het erkennen van haar geestelijke gevaar en vraagt om dagelijkse toewijding aan het Woord van God.
- Geestelijke strijd vindt plaats in het hart van de gelovige en vraagt om actieve inzet, niet om passieve acceptatie van karakterzwaktes.
Geciteerde Schriftgedeelten
1 Petrus 2:11 | 1 Petrus 2:9 | 1 Petrus 2:1 | 1 Petrus 2:15-16 | 1 Petrus 4:3 | Mattheüs 5:13-16 | Mattheüs 28:19 | Romeinen 10:17 | Romeinen 12:19-21 | Romeinen 13:14 | Galaten 5:16 | Galaten 5:19-25 | Titus 2:11-13 | Efeze 2:11-12 | Filippenzen 3:20 | Hebreeën 13:14 | Genesis 4:3-8 | Psalm 119:9 | Psalm 119:11 | 1 Johannes 2:15-17 | Hebreeën 12:1-2
