Preekbeschrijving
In deze preek over 1 Petrus 1:1-2 wordt stilgestaan bij het fundament van de christelijke identiteit: uitverkiezing door God, heiliging door de Geest en gehoorzaamheid aan Christus. De opening van de brief van Petrus vormt de kapstok waaraan alle oproepen tot volharding, heiligheid en onderwerping hangen. Het onderstreept dat de christen leeft vanuit genade en niet uit verdienste, vanuit zekerheid in Gods werk en niet uit menselijke kracht. Juist te midden van vervolging en beproeving wijst Petrus de gelovige op de rust die gevonden wordt in de onveranderlijke, eeuwige keuzes van God.
Kernpunten van de preek
- De christen is uitverkoren door God de Vader, niet op basis van eigen verdienste, maar naar Gods voorkennis en welbehagen.
- De uitverkiezing is niet een theologisch twistpunt, maar een diepe bron van troost en zekerheid voor gelovigen.
- Gods voorkennis betekent niet simpel vooruitzien, maar het vaststellen van Zijn raadsbesluit, zoals blijkt uit de kruisiging van Christus.
- De gelovige is geheiligd door de Geest, apart gezet voor God en bekwaam gemaakt voor een heilige wandel.
- Uitverkiezing leidt tot gehoorzaamheid: wie geroepen is, volgt Christus, in het gehoorzamen van Zijn Woord en het dragen van Zijn karakter.
- De christen is een vreemdeling in deze wereld: tijdelijk verblijvend, maar burger van een hemels koninkrijk.
Geciteerde Schriftgedeelten
1 Petrus 1:1-2 | Deuteronomium 7:6-7 | Efeze 1:3-6 | Romeinen 8:33 | Kolossenzen 3:12 | 1 Thessalonicenzen 1:2-4 | Handelingen 2:22-23 | Kolossenzen 1:12-13 | 1 Johannes 1:7,9 | Romeinen 5:9 | 1 Petrus 2:9-10 | 1 Petrus 2:11 | Exodus 24:7-8 | Hebreeën 9:13-14 | Filippenzen 4:6-7 | Psalm 119:165 | Jakobus 4:6