In deze preek over 1 Petrus 1:6-9 wordt stilgestaan bij de vreugde die discipelen van Christus ervaren te midden van beproevingen en verzoekingen. Petrus roept gelovigen op om zich te verheugen in de levende hoop en zaligheid die door Jezus Christus is verworven, ook al ervaren zij lijden. Dit lijden is tijdelijk en dient tot het beproeven en zuiveren van hun geloof, dat kostbaarder is dan goud. De ware discipel wordt gekenmerkt door een innerlijke vreugde, liefde tot Christus en volharding in gehoorzaamheid, zelfs in vervolging. De preek benadrukt dat deze weg past binnen Gods wil en leidt tot lof en heerlijkheid bij de openbaring van Christus.
Kernpunten van de preek
- De vreugde van de discipel is gegrond in het verlossende werk van God, Zijn barmhartigheid, onze wedergeboorte en de levende hoop die ons gegeven is.
- Vreugde en bedroefdheid sluiten elkaar niet uit, beide kunnen tegelijk bestaan in het hart van de gelovige.
- Ware discipelen weten dat lijden en vervolging deel zijn van het navolgen van Christus; het Evangelie leert geen comfortabel, maar toegewijd leven.
- Ware liefde tot Christus komt tot uiting in gehoorzaamheid, volharding en een hartelijke toewijding aan Hem.
- De beproevingen zijn slechts voor “een korte tijd”, omdat ze staan tegenover de eeuwige heerlijkheid die wacht.
Geciteerde Schriftgedeelten
1 Petrus 1:6-9 | Romeinen 5:1-5 | Jakobus 1:2-4 | 2 Korinthe 6:4-10 | Johannes 15:18-21 | Mattheüs 5:11-12 | Psalm 119:114 | Openbaring 4:11 | 1 Petrus 3:17 | 1 Petrus 4:19