Als Genesis 9 ons iets leert, dan is het dit: opnieuw beginnen is niet genoeg. Wat de mens nodig heeft, is een nieuw hart.
Let op de woorden van barmhartigheid die de HEERE, onze God spreekt in vers 9: En Ik, zie, Ik maak Mijn verbond met u, met uw nageslacht na u,
Dit verbond rust niet op de gehoorzaamheid van de mens, maar op de trouw van God. Hij zegt niet: “Als jullie Mij gehoorzamen, zal Ik de aarde sparen.” Nee, Hij belooft zonder voorwaarde dat Hij de wereld niet opnieuw door water zal vernietigen. Dit is een eenzijdig verbond, geworteld in Gods karakter, niet in de verdienste van de mens.
Zie hierin de goedheid van God! De wereld na de vloed was nog steeds een wereld vol zonde. Noach en zijn familie waren behouden, maar niet veranderd in hun natuur. Toch toont God genade.
God geeft een teken: de boog. Het is een zichtbare herinnering aan Zijn belofte. Telkens wanneer de wolken zich samenpakken en de regen valt, verschijnt de boog als een getuigenis dat God niet meer al het vlees zal uitroeien door een vloed.
Maar laten we niet denken dat dit betekent dat God de zonde negeert. De regenboog zegt niet dat de zonde geen oordeel waard is, maar dat God geduldig is. De regenboog is een teken van ingehouden toorn. En dit dient ontzag op te wekken in onze harten. Want hoe kan een rechtvaardige God de aarde sparen als de mens nog steeds zondig is? Hoe kan Hij genade tonen zonder Zijn heiligheid te schenden? Het antwoord vinden we niet in Noach, maar in Christus.
Waar de regenboog de belofte van tijdelijk uitstel was, is het kruis de vervulling van eeuwige verlossing. Christus droeg de toorn die wij verdienden. De regenboog kondigde aan dat het water van oordeel niet opnieuw zou komen, maar het kruis verzekert ons dat Gods toorn volledig voldaan is voor hen die in Christus zijn. Er is geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn.
Herinner het volgende: Noach was een rechtvaardig man in zijn generatie, maar hij was geen volmaakt man. Zijn dronkenschap laat zien dat zelfs een rechtvaardige, door genade geredde man, kan struikelen. Dit moet een waarschuwend voorbeeld voor ons zijn. Laat niemand denken dat hij staat, of hij zal vallen.
Maar tegelijkertijd: hoe troostrijk is het dat Gods verbond niet ophield bij Noachs falen? Onze God is niet alleen een God van een nieuw begin, maar van blijvende genade. Noach was niet de Verlosser die de wereld nodig had. De zondvloed had de aarde gezuiverd, maar niet het hart van de mens. De hoop moest nog komen. En Hij kwam.
Christus is niet gekomen om een wereld te redden die al zuiver was. Hij is gekomen voor zondaars, voor gebroken mensen zoals Noach, zoals wij. Hij is gekomen, niet om een nieuwe start te geven, maar om nieuwe mensen te maken. “Zo is dan wie in Christus is een nieuwe schepping; het oude is voorbijgegaan, zie, alles is nieuw geworden”.
Dit verbond, in Christus, herinnert ons eraan dat onze hoop niet ligt in onze eigen inspanningen, maar in Gods onwankelbare trouw. Hij is de God die niet verandert, die doet wat Hij zegt, en die genadig blijft, zelfs te midden van onze falen.