Genesis 10 is een hoofdstuk dat snel wordt overgeslagen. En toch is dit Gods Woord. Hij heeft ook dit laten opschrijven met een doel.
Genesis 10 is een overzicht. Geen leerstelling, geen wet, geen profetie, maar een gestructureerd verslag van hoe de volken na de zondvloed uit de zonen van Noach zijn voortgekomen. En toch spreekt God ook hier. Niet in directe geboden of beloften, maar in hoe Hij geschiedenis ordent. Wat opvalt in dit hoofdstuk is dat er structuur is, ondanks de veelheid. Drie hoofdlijnen: Jafeth, Cham, en Sem. Binnen elke lijn weer een ordening van zonen, kleinzonen en volken. Alles wijst op een God die werkt met grenzen, lijnen, erfgebieden. Vers 5 zegt: “ieder naar zijn taal, naar hun geslachten, in hun volken, ieder afzonderlijk in zijn land.” Ditzelfde klinkt bij Cham en Sem. Het toont hoe de HEERE mensen plaatst, spreidt, verdeelt.
Genesis 10 herinnert ons eraan dat God werkt via gewone menselijke lijnen: vaders, zonen, families, volkeren. Hij is niet slechts de God van het wonder, maar ook van het verloop. Hij bouwt Zijn plan op binnen de tijd, via generaties. En Hij verliest de wereld niet uit het oog terwijl Hij toewerkt naar Zijn belofte.
De lijn van Sem draagt een belofte in zich, maar de HEERE kent de andere volken. Hij is Schepper van allen. Hij is het die de aarde bevolkt, niet de mens. Wat mensen later zullen willen verenigen, tegen Zijn wil in, heeft Hij hier nog verdeeld. Want Hij is het die grenzen stelt en tijden bepaalt.
Wat betekent dit voor ons? Niet dat wij deze geslachtslijnen kunnen terugrekenen tot onze eigen achternaam. Niet dat wij de landen exact moeten plaatsen op de kaart. Maar dit laat iets belangrijkers zien: God werkt wereldwijd, generaties lang, volk na volk. Ook jouw bestaan is niet toevallig. Ook jouw plaats op aarde ligt in Zijn hand.
En de hoofdzaak is niet waar jij vandaan komt. De hoofdzaak is dat God regeert. Hij vormt geschiedenis, verdeelt volken. De wereld ligt niet stuurloos in mensenhanden. Niet toen, en niet nu.
Laat Genesis 10 dan niet een hoofdstuk van namen zijn dat je overslaat, maar een getuigenis van de HEERE die niet loslaat wat Hij begonnen is. Hij bevolkt de aarde. En nu roept Hij uit alle volken mensen tot Zichzelf.
