Filippenzen 3:1-3 – Ware en valse christenen

4-december-2022

Serie: Filippenzen

Bijbelboek: Filippenzen

Audio Download

Tekst: Filippenzen 3:1-3

In deze preek over Filippenzen 3:1-3 wordt stilgestaan bij het scherpe onderscheid dat de apostel Paulus maakt tussen ware en valse christenen. Paulus roept op tot blijdschap in de Heere, niet als oppervlakkige emotie maar als vrucht van een leven dat geworteld is in genade. Hij waarschuwt ernstig voor hen die het Evangelie verdraaien door menselijke verdienste toe te voegen aan de zaligheid en benoemt hen als honden, slechte arbeiders en de versnijdenis. Ware gelovigen worden daarentegen gekenmerkt door een innerlijk veranderd hart: zij dienen God in de Geest, roemen in Christus Jezus en vertrouwen niet op het vlees. Paulus benadrukt dat zaligheid alleen uit genade is, door geloof en verzet zich met kracht tegen elk ander evangelie dat van deze waarheid afleidt.

Kernpunten van de preek

  • Paulus roept op tot blijdschap in de Heere, als uiting van geloof in de genade van Christus.
  • Waarschuwing tegen valse leraren die een verdraaid evangelie brengen gebaseerd op eigen werken.
  • Het ware volk van God wordt gekenmerkt door innerlijke besnijdenis van het hart, niet uiterlijk ritueel.
  • Ware discipelen roemen in Christus Jezus en vertrouwen niet op het vlees of eigen prestaties.
  • Valse leraren beroepen zich op uiterlijkheden, maar missen de geestelijke realiteit van wedergeboorte.
  • Blijdschap is geen vrucht van eigen inspanning, maar van zekerheid in het volbrachte werk van Christus.
  • Elke vorm van eigen verdienste in de zaligheid leidt tot vervloeking, niet tot redding.

 

Geciteerde Schriftgedeelten

Filippenzen 3:1-3 | Filippenzen 3:12 | Filippenzen 3:16 | Filippenzen 2:29 | 1 Thessalonicenzen 4:9-12 | Handelingen 15:1-5 | Galaten 3:27-28 | Galaten 5:2-6 | Galaten 1:6-9 | Johannes 1:12-13 | Johannes 4:21-24 | Jeremia 9:23-24 | Jeremia 17:5-7 | Deuteronomium 10:16 | Jeremia 4:4 | Romeinen 2:28-29 | Romeinen 8:1 | Efeze 2:8-10 | 1 Petrus 4:13 | 2 Korinthe 11:24-28 | Handelingen 13:10-11