In deze preek over Filippenzen 2:9-11 wordt stilgestaan bij de bovenmate verhoging van Jezus Christus door God de Vader, na Zijn vrijwillige vernedering en gehoorzaamheid tot aan het kruis. Paulus beschrijft hoe Christus als hoogste geëerd is met een Naam boven alle naam, opdat elke knie zich zal buigen en elke tong zal belijden dat Jezus Christus de Heere is — tot eer van God de Vader. Deze verheffing is niet slechts een theologisch feit, maar een krachtig appèl op de gemeente om de gezindheid van Christus aan te nemen: nederigheid, eensgezindheid en zelfverloochening als kenmerk van een ware gemeente. De preek benadrukt dat Christus’ verhoging ons troost, ons aanspoort tot gehoorzaamheid en ons doordringt van de realiteit dat uiteindelijk ieder schepsel Hem zal erkennen als Heer.
Kernpunten van de preek
- De verhoging van Christus volgt op Zijn diepe vernedering en gehoorzaamheid tot de kruisdood.
- Christus is bovenmate verhoogd — een unieke uitdrukking die Zijn onmetelijke heerlijkheid aanduidt.
- De Naam boven alle naam verwijst naar “Heere” (kurios), identiek aan de Naam van Yahweh in het Oude Testament.
- De uiteindelijke belijdenis van Christus als Heere zal universeel zijn, maar niet voor allen vrijwillig.
- De verheffing van Christus is tot heerlijkheid van de Vader, die Hem verhoogd heeft.
- Echte eenheid en liefde in de gemeente weerspiegelen het karakter van Christus.
Geciteerde Schriftgedeelten
Filippenzen 2:5-11 | Filippenzen 1:27-30 | 1 Johannes 3:16 | Psalm 110:1-7 | Handelingen 2:22-36 | Openbaring 5:12 | Johannes 17:5 | Jesaja 42:8 | Jesaja 45:22-23 | Mattheüs 1:21 | Johannes 14:6 | Romeinen 8 | Romeinen 14:11 | Daniël 8 | Daniël 10 | Johannes 5:22-23 | Mattheüs 23:2-12 | Spreuken 29:23 | Jakobus 4:6-10 | 1 Petrus 5:5-6