In deze preek over Filippenzen 1:19-26 wordt stilgestaan bij het hart van Paulus’ leven: Christus. Paulus laat zien dat zijn leven volledig gericht is op de verheerlijking van Jezus, ongeacht of hij blijft leven of sterft. Leven betekent voor hem vruchtbaar werk voor het Koninkrijk; sterven is winst, omdat hij dan bij Christus zal zijn. Zijn diepe verlangen om Christus te kennen en verheerlijken bepaalt zijn keuzes, houding en denken. Deze toewijding komt voort uit een levende eenheid met Christus en een hart dat overweldigd is door Zijn majesteit en genade. De preek roept op tot radicale zelfverloochening, volledige toewijding en het toetsen van de vraag: “Is het leven voor mij Christus?”
Kernpunten van de preek
- Paulus’ gevangenschap dient de verheerlijking van Christus, niet zijn eigen belang.
- Paulus’ verlangen is dat Christus grootgemaakt wordt, in leven of in dood.
- “Het leven is Christus” betekent dat Christus het doel, de bron en de inhoud van het leven is.
- Sterven is winst omdat het directe gemeenschap met Christus betekent.
- “Het leven is Christus” is onmogelijk buiten wedergeboorte, zelfverloochening en gemeenschap met Hem.
Geciteerde Schriftgedeelten
Filippenzen 1:12-26 | Job 13:15-16 | Psalm 25:2-3 | Galaten 2:20 | Romeinen 6:4 | Romeinen 14:7-8 | 2 Korinthe 5:15 | Kolossenzen 3:1-4 | Romeinen 6:10-11 | 1 Johannes 2:6 | Hebreeën 12:2 | Filippenzen 3:8 | Johannes 6 | Mattheüs 16:26
