In deze preek over Filippenzen 1:3-6 wordt stilgestaan bij de zekerheid die rust in het werk van God: dat Hij het goede werk van zaligmaking dat Hij in de gelovige begonnen is, ook zeker zal voltooien tot op de dag van Jezus Christus. Paulus’ vertrouwen daarin is geworteld in de zichtbare tekenen van genade bij de Filippenzen — hun bekering, geloof, gemeenschap met God en heiligen, inzet voor het Evangelie en leven in verwachting van Christus’ komst. Vanuit deze waarheid worden valse zekerheden ontmaskerd en ware zekerheid herleid tot Gods soevereine werk.
Kernpunten van de preek
- Het goede werk van zaligmaking is een initiatief van God, niet van de mens.
- God zal het werk dat Hij begint, ook voltooien – daarom is er zekerheid voor wie in Christus is.
- Bekering en geloof zijn onmisbare tekenen van Gods werk in het hart.
- Valse zekerheden moeten ontmaskerd worden: geen waar geloof zonder zichtbare vrucht.
Geciteerde Schriftgedeelten
Filippenzen 1:3-6 | Efeze 1:4 | Handelingen 16 | Romeinen 8:29 | Filippenzen 3:12-15 | Johannes 6:44, 65, 38-39 | Johannes 10:27-29 | Johannes 3:19-20 | Romeinen 3:11 | Handelingen 13:45-46, 48 | Mattheüs 13 | Markus 1:15 | Mattheüs 3:7-9 | Mattheüs 16:24 | Psalm 51:3-6 | 2 Korinthe 7:8-12 | Johannes 5:24 | Johannes 6:29, 47 | Johannes 20:30-31 | Johannes 14:6 | Psalm 7 | Psalm 145:20 | Johannes 17:3 | 1 Korinthe 1:9 | Romeinen 1:10-12 | 1 Thessalonicenzen 3:10 | 2 Timotheüs 1:4 | 1 Johannes 2:9-11 | 1 Johannes 3:10, 14 | 1 Johannes 4:7-8 | 1 Johannes 5:1-3 | Handelingen 8:1, 4 | Handelingen 4:20 | 1 Korinthe 9:16 | 1 Korinthe 4 | 2 Petrus 1 | 1 Petrus 1:13 | 2 Timotheüs 4:7-8
