In deze preek over Filippenzen 1:27-30 wordt stilgestaan bij de oproep van Paulus aan de gemeente om het Evangelie van Christus waardig te wandelen als burgers van het hemelse Koninkrijk. Paulus maakt duidelijk dat een leven in gehoorzaamheid aan Christus, gekenmerkt door eenheid en standvastigheid, onlosmakelijk verbonden is met verdrukking en lijden. Dit lijden is geen teken van afwezigheid van Gods gunst, maar juist een bewijs van Zijn genade. Vanuit het fundament van het Evangelie – Christus’ dood en opstanding voor zondaren – worden gelovigen aangespoord om samen te strijden, niet gealarmeerd te zijn door tegenstand en te volharden in heilige levenswandel.
Kernpunten van de preek
- Paulus roept op tot een levenswandel die het Evangelie waardig is: passend bij de waarde van Christus’ werk.
- Gelovigen zijn burgers van het hemelse Koninkrijk en dienen als zodanig te leven.
- Tegenstand van de wereld is onvermijdelijk voor wie godvruchtig leeft.
- Lijden om Christus’ wil is genade van God en bevestigt onze zaligheid.
- Verdrukking is niet nutteloos: het vormt, zuivert en bewijst geloof.
Geciteerde Schriftgedeelten
Filippenzen 1:27-30 | 1 Thessalonicenzen 4:9-12 | Filippenzen 3:20 | 1 Johannes 3:3,7 | Efeze 5:1-2 | 1 Korinthe 15:1-4 | Ezechiël 18:23 | 1 Petrus 2:22-24 | Johannes 17:20-22 | Johannes 17:14 | 2 Timotheüs 3:12 | 1 Thessalonicenzen 3:3 | Johannes 15:18-20 | 1 Johannes 3:13 | Jakobus 1:2-4 | 1 Petrus 4:12-14 | Hebreeën 12:2 | Romeinen 5:1-11 | Mattheüs 5:10-12
