Waarom iedere discipel een lokale gemeente nodig heeft-min (1)

Waarom iedere discipel de lokale gemeente nodig heeft

(24) En laten wij op elkaar letten door elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken. (25) Laten wij de onderlinge bijeenkomst niet nalaten, zoals het bij sommigen de gewoonte is, maar elkaar aansporen, en dat zoveel te meer als u de grote dag ziet naderen.

“Mijn relatie met God is persoonlijk.” “Ik heb geen andere mensen nodig om me te vertellen hoe ik God moet aanbidden.” “De kerk is de mensen en niet het gebouw.” “Ik heb Jezus, waarom heb ik de kerk nodig?”

Velen beweren dat de lokale gemeente niet meer relevant is. Anderen roepen dat kerken vol met hypocrieten zitten. De een vindt dat gemeenten niet voldoen aan hun behoeften en de ander is sceptisch vanwege kwetsende gebeurtenissen in gemeenten.

Vanwege deze opmerkingen en ervaringen proberen veel belijdende christenen de Bijbelse opvattingen over de lokale gemeente aan te passen of te vervangen, vaak door preken online te bekijken of via podcasts te luisteren, of een kleinere groep “vrienden” die samenkomen bijvoorbeeld als kerk te beschouwen. Of ze trekken zich helemaal terug van bijeenkomsten met christenen. Dat is echter niet het beeld dat we in het Nieuwe Testament zien.

Vanaf het allereerste begin van Gods omgang met Zijn volk heeft Gods Woord de nadruk gelegd op gemeenschap. Bijbelse oproepen en aansporingen over godvruchtig leven worden bijna altijd geplaatst in de context van samen groeien, als gemeenschap, als Gods volk.

In het Nieuwe Testament zien we jong en oud samen, waarbij oudere vrouwen en mannen de jongere vrouwen en mannen onderwijzen. We zien mensen uit verschillende levensfasen, beroepen en achtergronden samenkomen om God te aanbidden. Paulus benadrukte dat de sociale scheidingen die typisch zijn voor de meeste maatschappelijke groepen geen plaats hebben in de gemeente. Zich beperken tot een kleine kring van leeftijdsgenoten wordt niet door de Schrift goedgekeurd en bevordert of stimuleert geen geestelijke groei.

Wat is de gemeente?

Men spreekt vaak over de kerk alsof het een locatie is. We zeggen dat we “naar de kerk gaan.” We refereren naar de kerk als een plek waar we naartoe gaan om te aanbidden. Maar Gods Woord leert anders. Enerzijds beschrijft de apostel Paulus in 1 Korinthe 11:18 hoe de Korinthiërs “samenkomen als kerk/gemeente.” Dit vers refereert naar kerk in de zin van iets wat we doen. Het is de handeling van samenkomen als degenen die Jezus Christus navolgen.

Anderzijds spreekt Paulus ook van de kerk als een identiteit. Kerk is dus wat we zijn. Het is een gemeenschap van degenen die tot Christus behoren. Bijvoorbeeld, later in zijn brief brengt Paulus groeten over van Aquila en Priscilla, en van “de gemeente die in hun huis samenkomt” (1 Korinthe 16:19). Dit is dezelfde brief die hij richt aan “de gemeente van God in Korinthe” (1 Korinthe 1:2).

Dus een kerk is geen gebouw, maar een verzameling gelovigen. Dit is tweeledig. Je hebt de gemeente, bestaande uit alle wedergeboren gelovigen, te allen tijde en op alle plaatsen. Ze strekt zich uit over zowel de hemel als de aarde en omvat zowel de levenden als de doden. Daarbij heb je ook de lokale kerk of gemeente. Zij is opgemaakt uit individuen die samenkomen en het geloof in Jezus Christus belijden. Deze lokale samenkomsten hebben elk hun eigen unieke samenstelling, persoonlijkheid en stijl en kunnen soms verschillen in punten van praktijk, maar hebben allemaal de volgende overeenkomsten.

  1. Geloof belijden in Jezus Christus, zoals geopenbaard in de Schrift

  2. Dopen

  3. Structureel samenkomen voor gezamenlijke aanbidding

    1. Samen bidden

    2. Samenzang

    3. Voorlezen en verklaren van Gods Woord

    4. Het Avondmaal samen nuttigen
  4. Bekwame, beproefde en aangestelde leiders

Niet optioneel

In het centrum van het christelijke leven plaatste God gemeenschap. Iedere discipel van Jezus Christus heeft de lokale gemeente nodig. Onderdeel zijn van een lokale gemeente is niet optioneel.

De apostel Petrus schrijft:

(4) en kom naar Hem toe als naar een levende steen, die wel door de mensen verworpen is, maar bij God uitverkoren en kostbaar, (5) dan wordt u ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap, om geestelijke offers te brengen, die God welgevallig zijn door Jezus Christus.

(9) Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht, (10) u, die voorheen geen volk was, maar nu Gods volk bent; u, die zonder ontferming was, maar nu in ontferming aangenomen bent.

Petrus laat ons zien dat het lichaam van gelovigen zowel de tempel als het priesterschap van de levende God is. Het geniet zowel gemeenschap met God als met anderen die de tempel vormen en onderdeel zijn van het koninklijk priesterschap. En wanneer Petrus “u” schrijft, bedoelt hij niet een enkele persoon, maar een groep mensen. Bijna overal in het Nieuwe Testament is de “u” meervoud. De tekst leest in het Grieks dus eigenlijk als:

Maar jullie zijn een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, Gods eigen volk, om de grote daden te verkondigen van Hem die jullie uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijk licht.”

De aantrekkingskracht van een individualistische samenleving is dat alles is afgestemd op onze specifieke behoeften en wensen. Mijn muziek. Mijn stijl. Mijn leeftijd en levensfase. Als gevolg daarvan behandelen we de kerk als een all-you-can-eat buffet. We proeven van de preek, klagen over de suffe en saaie aanbidding. Maar de gemeente is geen buffet. We komen samen rond de tafel, breken samen brood, en groeien in onze gedeelde identiteit in Christus Jezus, onze Heere.

Geen lokale gemeente is perfect

Wanneer we denken aan onze volmaakte Zaligmaker en aan hen die samenkomen in Zijn Naam, verwachten we vaak dat er geen problemen, conflicten en frustraties zijn binnen de gemeenschap van heiligen. De realiteit ligt een stuk anders en dat is niet iets van de 21ste eeuw.

Lees over de gemeenten in het Nieuwe Testament, allemaal kenden ze hun eigen uitdagingen — ook de gemeenten die door de apostel Paulus zijn gesticht en onderwezen.

De gemeente in Filippi, Korinthe, en andere steden worstelden allemaal met zonde en verdeeldheid. We weten niet hoeveel tijd er was tussen de komst van de Heilige Geest in Handelingen 2 en de gebeurtenissen rond Ananias en Saffira in Handelingen 5, of zelfs het gemor van de Griekssprekenden tegen de Hebreeën, omdat hun weduwen bij het dagelijkse dienstbetoon over het hoofd gezien werden, in Handelingen 6. Wat we zien is dat de gemeente vanaf het begin haar uitdagingen kent.

Helaas zijn er ook vandaag lokale gemeenten waarin leiders gemeenteleden misbruiken en broeders en zusters elkaar kwetsen en teleurstellen.

Hoewel we het terecht hebben over de transformerende en bovennatuurlijke genade en liefde van God, vergeten we vaak dat we als gemeente een gemeenschap zijn van gebroken individuen onder genade. We worden nog steeds belast door onze onvolkomenheden en zonden.

Ware discipelschap

De lokale gemeente is bij uitstek de plek waar de oproepen en aansporingen in de Schrift jegens elkaar als broeders en zusters uitgeleefd worden. In de gemeente worden wij aangespoord om “elkaar lief te hebben” zoals Christus ons heeft liefgehad (Johannes 13:34-35). Hier worden we geroepen om “elkaar te dragen” en zo de wet van Christus te vervullen (Galaten 6:2). De gemeente biedt een unieke context waarin wij gedwongen en gedreven worden om liefdevol, genadig, barmhartig, geduldig en verdraagzaam te zijn (Efeze 4:2, Kolossenzen 3:12-13).

De realiteit is dat we elkaar helaas zullen teleurstellen en kwetsen, maar juist te midden van deze conflicten kunnen wij de kracht van het Evangelie demonstreren. Wanneer wij vergeven zoals de Heere ons vergeven heeft (Kolossenzen 3:13), en wanneer wij de liefde tentoonstellen die alle dingen verdraagt en nooit ophoudt (1 Korinthe 13:7-8), getuigen wij van de bovennatuurlijke kracht van het Evangelie van Christus. Echter, elkaar lasteren vanwege teleurstelling en conflicten, of de samenkomsten verzaken, gaat in tegen wat de Schrift leert en verheerlijkt de Heere niet (Hebreeën 10:25, Efeze 4:31-32). Dit leven in de gemeente, met al haar uitdagingen en zegeningen, vormt ons meer en meer naar het beeld van onze Heiland en verheerlijkt de naam van de Heere (Romeinen 8:29, Mattheüs 5:16).

Artikelen en overdenkingen in je mailbox?