Wat wij geloven
Overzicht
Dit is de geloofsbelijdenis van Christus’ Kerk Lelystad. Als gereformeerde baptistengemeente staan wij hierin op grond van de Schrift. Wij belijden dit met vrijmoedigheid, in afhankelijkheid van de Heere en met het verlangen Hem in alles te eren. Allen die waarlijk geloven in Christus Jezus, zoals Hij in de Schrift is geopenbaard en in wie de vrucht van dat geloof zichtbaar is, erkennen wij van harte als onze broeders en zusters, ook als zij op enkele punten anders denken.
God
Wij geloven en onderwijzen dat er één ware en levende God is, eeuwig en zonder begin of einde, volmaakt in Zijn wezen en eigenschappen. Hij is geest, onzichtbaar, onafhankelijk, onveranderlijk, alwetend, almachtig, alomtegenwoordig, volkomen heilig, rechtvaardig, goed, barmhartig, lankmoedig, getrouw en vol liefde. Hij is de enige Schepper, Onderhouder en Regeerder van alle dingen en doet alles naar het welbehagen van Zijn wil, tot eer van Zijn Naam.
Wij geloven en onderwijzen dat deze ene God bestaat in drie onderscheiden Personen: de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Zij zijn van één wezen en hebben eeuwige gemeenschap met elkaar. De Vader is God, de Zoon is God, en de Heilige Geest is God, niet drie goden, maar één God.
Wij geloven en onderwijzen dat God Zichzelf heeft geopenbaard in de schepping, in de geschiedenis en volkomen en toereikend in Zijn Woord. Alles wat nodig is om Hem te kennen, te vrezen en te dienen, is door Hem geopenbaard. Hij is hoogverheven en toch nabij aan allen die Hem in waarheid aanroepen. Hij alleen is waardig om aanbeden te worden met eerbied, liefde, gehoorzaamheid en lof. Aan Hem komt alle aanbidding toe, want er is niemand gelijk aan Hem.
Deuteronomium 6:4, Jesaja 45:5–7, Psalm 90:2, Exodus 34:6–7, Johannes 4:24, Maleachi 3:6, Jakobus 1:17, Romeinen 11:33–36, 1 Timotheüs 1:17, Openbaring 4:8–11, Mattheüs 28:19, 2 Korinthe 13:13, Johannes 1:1–3, 14, Handelingen 5:3–4, Hebreeën 1:1–3, Psalm 96:4–9, Jesaja 40:25
God de Vader
Wij geloven en onderwijzen dat God de Vader, in gemeenschap met de Zoon en de Heilige Geest, de ene ware en levende God is. Hij is volmaakt in Zijn wezen, eeuwig, almachtig, heilig, rechtvaardig, wijs en goed. Hij is de Schepper van hemel en aarde, de Onderhouder van alle dingen en regeert alles naar het welbehagen van Zijn wil.
Wij geloven en onderwijzen dat God de Vader van eeuwigheid de Zoon heeft liefgehad en Hem heeft gezonden in de wereld tot verlossing van zondaren. In deze zending openbaart de Vader Zijn barmhartigheid, trouw en heerlijkheid.
Wij geloven en onderwijzen dat alleen zij die door het geloof in Christus zijn verenigd met Hem, God waarachtig mogen aanroepen als hun Vader. Deze geestelijke aanneming tot kinderen is het gevolg van Gods eeuwige verkiezing en vindt plaats op grond van het werk van Christus en door de werking van de Heilige Geest.
Wij geloven en onderwijzen dat God de Vader Zijn kinderen opvoedt, kastijdt, leidt en bewaart in Zijn genade tot de dag van Christus. In al Zijn doen is Hij volmaakt goed, geheel betrouwbaar, en waardig om in alles vertrouwd en gehoorzaam te worden.
Jezus Christus
Wij geloven en onderwijzen dat Jezus Christus de eeuwige Zoon van God is, één in wezen met de Vader en de Heilige Geest, waarachtig God en waarachtig mens. In de volheid van de tijd is Hij, zonder ophouden God te zijn, mens geworden door de werking van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria. Hij is door Wie en tot Wie alle dingen geschapen zijn, en Hij draagt alle dingen door het Woord van Zijn kracht. Hij leefde een volmaakt, zondeloos leven in volmaakte gehoorzaamheid aan de wil van de Vader.
Wij geloven en onderwijzen dat Jezus Christus gekomen is om Zijn volk te verlossen van hun zonden. Hij is de beloofde Messias, de enige Middelaar tussen God en mensen, de Tweede Adam, de ware Profeet, Priester en Koning. In Zijn kruisdood heeft Hij vrijwillig en plaatsvervangend geleden en gestorven, als het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt. Hij droeg Gods rechtvaardige toorn in de plaats van zondaren, opdat zij door geloof in Hem rechtvaardig verklaard zouden worden op grond van Zijn gerechtigheid.
Wij geloven en onderwijzen dat Jezus werkelijk is gestorven, begraven en op de derde dag lichamelijk is opgewekt uit de dood. Hij is opgevaren naar de hemel en zit aan de rechterhand van God de Vader, waar Hij voor Zijn volk pleit. Hij is de levende Heere, Die Zijn gemeente regeert en bewaart en Die zal wederkomen in heerlijkheid om te oordelen de levenden en de doden.
Wij geloven en onderwijzen dat alleen wie in Jezus Christus gelooft, in Hem blijft en Zijn woorden bewaart, deel heeft aan Zijn verlossing. Hij is de Weg, de Waarheid en het Leven. Buiten Hem is geen leven, geen hoop, geen vergeving en geen toegang tot de Vader.
De Heilige Geest
Wij geloven en onderwijzen dat de Heilige Geest, in volmaakte gemeenschap met de Vader en de Zoon, waarachtig en eeuwig God is. Hij is geen kracht of abstract beginsel, maar een Persoon Die spreekt, leidt, overtuigt en werkt naar de wil van God. Hij was werkzaam in de schepping, sprak door de profeten en heeft de Heere Jezus Christus in de volheid van de tijd lichamelijk verwekt in de schoot van de maagd Maria. In alles werkt Hij uit wat de Vader heeft bepaald en de Zoon heeft verworven.
Wij geloven en onderwijzen dat de Heilige Geest dode zondaren levend maakt, hen overtuigt van zonde, gerechtigheid en oordeel, en bekering en geloof werkt in de harten van hen die van eeuwigheid uitverkoren zijn. Hij verenigt hen met Christus, woont in hen als onderpand van de erfenis en bevestigt hun aanneming tot kinderen door Zijn getuigenis.
Wij geloven en onderwijzen dat de Heilige Geest gelovigen heiligt, onderwijst, troost, leidt, versterkt en vormt naar het beeld van Christus. Hij werkt door het Woord dat Hij Zelf heeft ingegeven, verlicht het verstand, opent het hart en geeft kracht tot gehoorzaamheid.
Wij geloven en onderwijzen dat de Heilige Geest de gemeente toerust met geestelijke gaven naar Zijn wil, tot dienstbetoon, opbouw en getuigenis. Deze gaven zijn onderworpen aan het gezag van de Schrift en hebben altijd Christus tot middelpunt, niet de mens. De Geest werkt ordelijk, heilig en in overeenstemming met het Woord dat Hij heeft gegeven.
De Bijbel, het Woord van God
Wij geloven en onderwijzen dat de Bijbel het enige heilige Boek is dat door God is gegeven aan de mensheid. De Schrift is het geschreven Woord van God, onderscheiden van alle andere religieuze geschriften, tradities of openbaringen. Alleen de Bijbel draagt het gezag van God Zelf, omdat het van Hem afkomstig is. Alle geloof, leer en praktijk behoren daarom getoetst te worden aan dit ene, vaste fundament.
Wij geloven en onderwijzen dat de 66 boeken en brieven van het Oude en Nieuwe Testament het volledige en gesloten verslag vormen van Gods openbaring aan de mens. Er is geen aanvullende openbaring nodig of te verwachten buiten deze canon. God heeft Zich geopenbaard in de geschiedenis, door profeten en apostelen en uiteindelijk door Zijn Zoon Jezus Christus, van Wie de Schrift getuigt. Wat nodig is tot zaligheid, geloof en heiliging is in de Schrift volledig geopenbaard.
Wij geloven en onderwijzen dat de hele Schrift door God is geïnspireerd, toereikend, onfeilbaar en gezaghebbend. Met geïnspireerd bedoelen wij dat de woorden van de Schrift door de Heilige Geest zijn ingegeven, waarbij God door menselijke schrijvers werkte zonder hun persoonlijkheid of stijl uit te schakelen. Met toereikend bedoelen wij dat de Schrift voldoende is voor het kennen van God, het verstaan van onze roeping, het leven tot Zijn eer en het verwachten van Zijn beloften. De Schrift is zonder dwaling in wat zij leert en bezit het hoogste gezag in alle zaken van geloof en leven.
Wij geloven en onderwijzen dat elke vorm van leer of geestelijke ervaring die niet geworteld is in de Schrift, of die daarmee in strijd is, verworpen moet worden. God spreekt niet tegen Zichzelf. Wat beweerd wordt in Naam van de Geest, maar ingaat tegen het getuigenis van het Woord of tegen het geopenbaarde karakter van God, is niet van Hem. Wij verwerpen daarom elke vorm van geestelijke subjectiviteit die de Schrift ondermijnt of vervangt, of die op ervaring bouwt in plaats van op het Woord.
De mens
Wij geloven en onderwijzen dat God de mensheid – man (Adam) en vrouw (Eva) – heeft geschapen naar Zijn eigen beeld en gelijkenis, vrij van zonde, opdat de mens God zou verheerlijken en met Hem in gemeenschap zou leven. De mens was oorspronkelijk goed, rechtvaardig en in staat tot ware kennis van God.
Wij geloven en onderwijzen dat de mens verleid is door satan, maar in het soevereine plan van God, vrijwillig heeft gekozen om Gods gebod te overtreden. Door deze daad van ongehoorzaamheid is de zonde in de wereld gekomen en daarmee ook de dood, het oordeel en de vervreemding van God voor het gehele menselijk geslacht.
Wij geloven en onderwijzen dat alle mensen hebben gezondigd en de heerlijkheid van God missen. Door de zondeval is de mens geestelijk dood, leeft hij in vijandschap met God, is hij onderworpen aan de heerschappij van de zonde en staat hij terecht onder Gods rechtvaardige toorn. De mens is in zichzelf onbekwaam en onwillig om tot God terug te keren.
Wij geloven en onderwijzen dat verzoening met God alleen mogelijk is door bekering en geloof in Jezus Christus. Deze bekering en dit geloof zijn geen vrucht van de menselijke wil, maar het werk van Gods genade. Alleen zij die door de Vader aan de Zoon zijn gegeven, uitverkoren vóór de grondlegging van de wereld en in de tijd door de Geest worden geroepen, zullen komen en leven ontvangen in Christus.
Het Lichaam van Christus
Wij geloven en onderwijzen dat het Lichaam van Christus bestaat uit allen die door wedergeboorte en geloof in Jezus Christus zijn verbonden met Hem. Deze universele Kerk wordt gevormd door ware gelovigen uit alle tijden en plaatsen, die geroepen zijn uit de wereld om toe te behoren aan God, geheiligd door de Geest en levend gemaakt door het Woord.
Wij geloven en onderwijzen dat Jezus Christus het enige en volmaakte Hoofd is van Zijn lichaam, de Kerk. Hij is haar oorsprong, haar Leidsman, haar Redder en haar Heere. De Kerk leeft uit Hem, wordt gebouwd op Zijn Woord en is geroepen om Hem in alles onderworpen te zijn, opdat Hij in alles de Eerste is.
Wij geloven en onderwijzen dat een plaatselijke gemeente onderworpen hoort te zijn aan het gezag van het onfeilbare Woord van God. De gemeente is geen menselijke organisatie, maar een geestelijk huis, gebouwd op Christus en geroepen om te wandelen in gehoorzaamheid aan Zijn geboden.
Wij geloven en onderwijzen dat een plaatselijke gemeente behoort te functioneren onder het herderlijk toezicht van bekwame, beproefde en Bijbels gekwalificeerde mannen die als oudsten de gemeente dienen. Meervoudig leiderschap is de Bijbelse norm, waarin broeders gezamenlijk toezien op het onderwijs, het geestelijk welzijn en de heiliging van de gemeente, als dienaars van Christus en rentmeesters van Gods huis.
Wij geloven en onderwijzen dat gelovigen geroepen zijn om samen te komen als gemeente, om zich toe te wijden aan de lof van God door gebed, het onderwijs en de verkondiging van het Woord, heilige gemeenschap, geestelijke liederen, de bediening van de doop en het avondmaal en het dienstbetoon aan de heiligen. In deze samenkomsten bouwt God Zijn volk op en rust Hij hen toe tot dienstbetoon en getuigenis in de wereld.
De discipel
Wij geloven en onderwijzen dat een ware discipel van Jezus Christus iemand is die door het geloof wedergeboren is, zijn kruis opneemt, zichzelf verloochent en Jezus volgt in gehoorzaamheid. Een discipel leeft niet voor zichzelf, maar voor Hem Die hem gekocht heeft met Zijn bloed.
Wij geloven en onderwijzen dat elke discipel geroepen is om in heiligheid te wandelen, omdat God heilig is. Heiliging is geen optioneel aspect van het christelijk leven, maar de vrucht van ware genade en het bewijs van geestelijke groei. Discipelen worden geroepen tot zuiverheid in denken, spreken en handelen en tot toewijding aan God in het dagelijks leven.
Wij geloven en onderwijzen dat iedere discipel behoort te leven als deel van een plaatselijke gemeente. De gemeente is de context waarin gelovigen samen worden opgebouwd, onderwezen, vermaand en bemoedigd. Los van het Lichaam van Christus kan niemand geestelijk gezond leven of in gehoorzaamheid aan Christus wandelen.
Wij geloven en onderwijzen dat God in Christus Jezus de discipel alles heeft gegeven wat nodig is om Zijn wil te kennen en overeenkomstig Zijn wil te wandelen. Door Zijn Woord, Zijn Geest en Zijn genade is de gelovige toegerust om God te dienen en te volharden in geloof, liefde en gehoorzaamheid.
De doop
Wij geloven en onderwijzen dat de doop een verordening is van de Heere Jezus Christus en behoort tot het fundament van het christelijk leven. De doop is een zichtbaar teken van Gods genade, gegeven tot onderwijzing, versterking en bevestiging van het geloof. Het beeldt uit dat de gelovige met Christus gestorven, begraven en opgewekt is en roept op tot een leven in reinheid, gehoorzaamheid en navolging.
Wij geloven en onderwijzen dat de doop volgens de Schrift toekomt aan hen die het Evangelie hebben gehoord, tot geloof en bekering zijn gekomen en verlangen Christus te volgen als Zijn discipel. In gehoorzaamheid aan Christus’ bevel worden zij gedoopt in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, als uiterlijke belijdenis van een innerlijke vernieuwing. De doop wordt niet bediend op grond van natuurlijke afstamming, maar op grond van beleden geloof.
Wij geloven en onderwijzen dat de doop in de Schrift bediend wordt door onderdompeling in water. Deze wijze van dopen komt overeen met het Griekse werkwoord baptizō en met de betekenis van de doop zoals onderwezen in Romeinen 6 en Kolossenzen 2: begraven worden met Christus, om met Hem op te staan in nieuwheid van leven. Onderdompeling drukt deze geestelijke werkelijkheid volledig en zichtbaar uit.
Wij geloven en onderwijzen dat Gods verbond van genade zijn vervulling vindt in het Nieuwe Verbond in Christus. Dit verbond, zoals voorzegd in Jeremia 31 en uitgelegd in Hebreeën 8 en 10, bestaat uitsluitend uit wedergeboren gelovigen: zij die God kennen, wiens zonden zijn vergeven en in wie de wet van God geschreven is door de Heilige Geest. In Handelingen 2:39 wordt de belofte van vergeving en de gave van de Geest verkondigd aan allen die door God geroepen worden, zowel uit de Joden als uit de volken. De woorden “voor u en voor uw kinderen” verwijzen niet naar verbondsoverdracht op grond van geboorte, maar naar de universele reikwijdte van Gods roeping. Daarom dopen wij op basis van geloof, niet op grond van erfelijke verbondenheid.
Wij geloven en onderwijzen dat God vol ontferming is over kinderen en dat zij Hem toebehoren. Gelovige ouders zijn geroepen hun kinderen op te voeden in de vreze van de Heere en hun van jongs af aan de weg van het Evangelie te onderwijzen. Wij vertrouwen dat God in Zijn genade werkt in de harten van kinderen en wij bidden dat zij tot geloof en bekering zullen komen, om daarna op Bijbelse wijze gedoopt te worden.
Het Avondmaal
Wij geloven en onderwijzen dat het Avondmaal een heilige verordening is, door de Heere Jezus Christus zelf ingesteld, tot gedachtenis van Zijn lijden en sterven aan het kruis. In brood en beker worden ons de tekenen gegeven van Zijn lichaam en vergoten bloed, tot versterking van het geloof en de gemeenschap met Hem.
Wij geloven en onderwijzen dat het Avondmaal niet een herhaling of voortzetting is van het offer van Christus, maar een herinnering aan het volbrachte werk op Golgotha. In het Avondmaal is Christus niet lichamelijk aanwezig, maar door de Geest werkt Hij in de harten van hen die geloven, tot vernieuwing, vertroosting en heiliging.
Wij geloven en onderwijzen dat de gemeente in het Avondmaal gemeenschap met Christus én met elkaar viert. Het is een maaltijd van eenheid, onderlinge liefde en dankbaarheid. Wie het Avondmaal gebruikt in ongehoorzaamheid, verdeeldheid of zonder geloof, zondigt tegen het lichaam en bloed van de Heere.
Het huwelijk
Wij geloven en onderwijzen dat het huwelijk een door God ingesteld, levenslang verbond is tussen één man en één vrouw, waarin zij één vlees worden.
Wij geloven en onderwijzen dat het huwelijk door God gegeven is als een zichtbaar beeld van de liefde en trouw van Christus aan Zijn gemeente. Daarom is het een roeping tot heiliging, zelfverloochening en geestelijke toewijding. Het weerspiegelt het Evangelie en behoort in heiligheid, waarheid en volharding geleefd te worden, tot eer van God.
Wij geloven en onderwijzen dat in dit verbond de man het hoofd van zijn is vrouw en geboden is haar lief te hebben zoals Christus de gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar heeft overgegeven. De vrouw is geroepen haar eigen man onderdanig te zijn, zoals aan de Heere. Zoals de gemeente aan Christus onderdanig is, zo behoren ook de vrouwen in alles hun eigen mannen onderdanig te zijn.
Wij geloven en onderwijzen dat discipelen van Jezus Christus geen ongelijk span behoren aan te gaan, maar te trouwen met iemand die in de Heere is. Het huwelijk is een geestelijk verbond en vraagt om eenheid in geloof, gehoorzaamheid en toewijding aan Christus. De Schrift waarschuwt tegen verbonden met ongelovigen. Geloofseenheid vormt de basis voor gebed, opvoeding, heiliging en gezamenlijke dienst in het Koninkrijk van God.
Wij geloven en onderwijzen dat echtscheiding tegen Gods oorspronkelijke bedoeling ingaat en door Hem gehaat wordt. Slechts in gevallen van hoererij of wanneer een ongelovige de gelovige verlaat, wordt echtscheiding door de Schrift erkend, maar niet aangemoedigd. Zelfs dan blijft vergeving en verzoening de weg die God behaagt. Hertrouwen terwijl de (gelovige) huwelijkspartner nog leeft, wordt in de Schrift aangemerkt als overspel, tenzij het huwelijk door een bijbels geldige scheiding is ontbonden. Daarom waarschuwen wij tegen lichtvaardige opvattingen over scheiding en hertrouwen en roepen wij op tot trouw, bekering en eerbied voor het verbond dat voor Gods aangezicht is gesloten.
Ouderschap
Wij geloven en onderwijzen dat kinderen een geschenk van de Heere zijn en dat het ouderschap een heilige en gewichtige roeping is, door God toevertrouwd aan vader en moeder. Kinderen behoren niet aan zichzelf overgelaten te worden, maar opgevoed te worden in de vreze des de HEEREN. Ouders zijn door God aangesteld om hun kinderen te onderwijzen, te vormen, te vermanen en te leiden overeenkomstig Zijn Woord.
Wij geloven en onderwijzen dat ouders hun kinderen behoren op te voeden met zowel de wet als het Evangelie. De wet om zonde te openbaren, het geweten te vormen en het goede te leren onderscheiden van het kwade, het Evangelie om de genade van God in Christus voor te houden, het hart tot bekering en geloof te roepen en de hoop op verlossing te wijzen.
Wij geloven en onderwijzen dat christelijke ouders zelf geroepen zijn tot een wandel in heiligheid, nederigheid en waarheid. Zij behoren het Woord van God niet alleen met woorden, maar ook met hun leven aan hun kinderen voor te houden. Wie zijn kinderen onderwijst in het Evangelie, dient zelf het getuigenis van het Evangelie te bewaren en geen aanstoot te geven door huichelarij, wereldgelijkvormigheid of nalatigheid.
Wij geloven en onderwijzen dat christelijke opvoeding gegrond behoort te zijn in het onfeilbare Woord van God. Christelijke ouders behoren niet te bouwen op menselijke wijsheid, pedagogische theorieën of culturele verwachtingen, maar op Gods geopenbaarde waarheid. Alleen Zijn Woord is wijsheid tot zaligheid en alleen daarin vinden ouders alles wat nodig is om hun kinderen te vormen tot eer van God.
Wij geloven en onderwijzen dat kinderen door God geboden worden hun ouders te eren en te gehoorzamen in de Heere. Ouders behoren hun kinderen hierin te onderwijzen en te vermanen met geduld en liefde, zonder hen te verbitteren of te overheersen. Ouderlijke tucht dient nooit voort te komen uit drift of eigenbelang, maar behoort te staan in het licht van Gods gerechtigheid en genade, opdat kinderen leren leven in eerbied en vreze voor de Heere.
De laatste dagen
Wij geloven en onderwijzen dat met de komst van Jezus Christus de laatste dagen zijn begonnen. Sinds Zijn opstanding en hemelvaart regeert Hij als verhoogde Heere en werkt Hij door Woord en Geest aan de uitbreiding van Zijn Koninkrijk. De gemeente leeft sindsdien in de verwachting van Zijn wederkomst en is geroepen tot waakzaamheid, volharding en trouw in het midden van een wereld die Hem niet erkent.
Wij geloven en onderwijzen dat Jezus Christus op de vastgestelde dag zal wederkomen, zichtbaar en lichamelijk, om de levenden en de doden te oordelen. Deze komst zal zijn in heerlijkheid. Zij die in Hem gestorven zijn zullen opgewekt worden tot het leven en zij die zonder Hem gestorven zijn tot het oordeel. Allen zullen voor de rechterstoel van Christus verschijnen. Deze wederkomst is de gezegende hoop van de gemeente.
Wij geloven en onderwijzen dat deze wereld onder het oordeel van God ligt en dat voorafgaand aan Christus’ wederkomst afval van het geloof, verdrukking en geestelijke misleiding zullen toenemen. Toch zal het Evangelie gepredikt blijven worden onder alle volken, tot de laatste uitverkorene tot geloof gekomen is. In al deze dingen worden de gelovigen geroepen tot hoop, standvastigheid en heilig leven.
Wij geloven en onderwijzen dat God na het oordeel nieuwe hemelen en een nieuwe aarde zal scheppen, waar gerechtigheid woont. Daar zal geen dood, zonde of moeite meer zijn, maar eeuwige gemeenschap met God voor allen die in Christus zijn. Het is daar dat Gods beloften hun volle vervulling vinden, tot lof van Zijn heerlijkheid.