In deze preek wordt stilgestaan bij het fundament van onze identiteit en roeping als mensen: geschapen zijn naar het beeld en de gelijkenis van God. Vanuit het scheppingsverslag wordt getoond dat de mens uniek is in de schepping, geroepen om Gods karakter, heerschappij, goedheid en heerlijkheid te weerspiegelen in alle aspecten van het leven. Deze waarheid vormt het vertrekpunt voor een bredere serie over huwelijk, opvoeding en gezinsleven. De preek benadrukt dat dit beelddragerschap ons levensdoel bepaalt en onze identiteit verankert in God. Ondanks de zondeval blijft de mens beelddrager van God, maar is Christus nodig om dit beeld te herstellen. Alleen door wedergeboorte en het volgen van Christus kan de mens opnieuw leven tot eer van de Schepper.
Kernpunten van de preek
- De mens is uniek geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God, onderscheiden van de dieren.
- Door de zondeval vervult de mens zijn roeping als beelddrager niet meer, maar het beeld is niet uitgewist.
- In Jezus Christus, het volmaakte Beeld van God, wordt het beeld in gelovigen hersteld.
- Wedergeboorte is noodzakelijk om opnieuw te leven als ware beelddrager, in rechtvaardigheid, heiligheid en kennis.
- Onze identiteit en levensdoel liggen niet in onszelf, maar in God onze Schepper.
Geciteerde Schriftgedeelten
Genesis 1:26-28 | Mattheüs 7:24-27 | Romeinen 15:14 | Hebreeën 3:12-13 | Hebreeën 10:24 | Deuteronomium 33:27 | Jesaja 40:28 | Jeremia 10:10 | Johannes 1:3 | Exodus 20:4 | Psalm 19:2 | Genesis 1:20-25 | Genesis 9:5-6 | Jakobus 3:9 | Johannes 1:18 | Kolossenzen 1:15 | Kolossenzen 2:9 | Hebreeën 1:3 | Kolossenzen 3:9-10 | Efeze 4:17-24 | Mattheüs 5:16 | Openbaring 4:11 | Handelingen 17:25-28