Bijbelse vrouwelijkheid – De rol en verantwoordelijkheid van de vrouw

30-april-2023
Audio Download

In deze preek wordt stilgestaan bij de door God gegeven rol en verantwoordelijkheid van de vrouw. Vanuit het fundament van de schepping wordt duidelijk gemaakt dat Bijbelse vrouwelijkheid geen menselijke constructie of culturele voorkeur is, maar een goddelijk ontwerp waarin de vrouw is geroepen tot een rol als helper, in onderschikking aan het hoofdschap van haar man, tot eer van God. De preek weerlegt het christelijk feminisme als een on-Bijbelse beweging die zich verzet tegen Gods orde, benadrukt dat de vrouw gelijk is in waardigheid maar niet in rol en roept vrouwen op hun identiteit, roeping en waarde in Christus te omarmen. Door te verwijzen naar teksten uit Genesis, Efeze, Titus en de Psalmen wordt onderstreept dat vrouw-zijn en helpen geen mindere positie is, maar een door God geprezen en gezegende roeping die een essentiële bijdrage levert aan gezin, kerk en samenleving.

Kernpunten van de preek

  • Bijbelse vrouwelijkheid is geworteld in Gods ontwerp en orde, niet in culturele of menselijke normen.
  • Feminisme (ook in christelijke vorm) verzet zich tegen de door God bepaalde rollen van man en vrouw.
  • Vrouw-zijn is geen optionele identiteit of rol, maar door God gegeven vanaf de moederschoot.
  • Titus 2 toont dat vrouwen, getrouwd of niet, geroepen zijn om andere vrouwen te onderwijzen in hun roeping.
  • Onderschikking is geen slavernij, maar een geestelijke daad van gehoorzaamheid aan God.
  • De Heilige Geest stelt elke wedergeboren vrouw in staat om haar roeping met vreugde en kracht te vervullen.
  • De kerk mag zich niet schamen voor Bijbelse vrouwelijkheid, maar dient het zonder compromis te onderwijzen.
  • Vaders en moeders hebben de opdracht om hun dochters voor te bereiden op hun rol als vrouw.

 

Geciteerde Schriftgedeelten

Genesis 1:26-28 | Genesis 2:18-24 | 1 Korinthe 11:3 | Efeze 5:22-24 | Titus 2:3-5 | Psalm 33:20 | Psalm 70:6 | Psalm 115:9-11 | Jesaja 49:15 | Jesaja 66:13 | Mattheüs 23:37 | 1 Thessalonicenzen 2:7 | Galaten 3:28