De Schrift definieert een levensfase niet primair op basis van relationele status, maar op basis van de roeping die God erin legt. Vanuit een Bijbels perspectief is het ‘vrijgezellenbestaan’ een unieke en waardevolle tijd die God gebruikt voor de vorming van de christelijke man. Hoe kan een christelijke man deze periode dan gebruiken als een cruciale tijd van bewuste toewijding aan God, doelgerichte voorbereiding en het najagen van heiliging?
Een zegen van God
Een grote misvatting over het ongehuwd zijn, die door een gebrek aan Bijbels onderwijs en de invloed van seculier denken de kerk is doorgedrongen, is de mythe dat deze levensfase een last, tussenfase of vloek is. Het wordt gezien als een problematische periode van wachten, een tekortkoming die opgelost moet worden door het huwelijk. De identiteit van de ongehuwde wordt negatief gedefinieerd door wat hij niet heeft: een partner.
Deze denkwijze is theologisch gevaarlijk en pastoraal verwoestend. Het verheft het huwelijk en de romantische vervulling tot een afgod. De onuitgesproken boodschap is dat betekenis en het ‘echte leven’ pas beginnen wanneer men een partner heeft gevonden. Dit leidt tot een ontevreden hart dat het heden minacht en een geestelijke passiviteit waarin men nalaat om heiliging en dienstbaarheid voluit na te jagen, omdat men wacht op de ‘juiste’ omstandigheden. Bovendien creëert het een onwijze en vaak wanhopige houding ten opzichte van relaties, waarin het vinden van een partner een doel op zich wordt.
Vooropgesteld moet worden dat het verlangen van een man naar een huwelijk op zichzelf goed en door God gegeven is. Het theologische gevaar ontstaat echter wanneer dit goede verlangen wordt verheven tot de ultieme vervulling en een onmisbare bron van zijn tevredenheid. De Schrift roept de man niet op om dit verlangen te ontkennen, maar om het te onderwerpen aan een hogere roeping: zijn toewijding aan Christus in het heden. De vraag die Gods Woord stelt is niet primair “Hoe vindt een man een vrouw?”, maar “Hoe leeft een man tot eer van God, nu, in de situatie waarin God hem geplaatst heeft?”.
Het antwoord van de Schrift op die vraag herkadert het ongehuwd zijn volledig. De apostel Paulus, zelf ongehuwd, beschouwt het huwelijk als goed, maar het leven als ongehuwde man als een unieke gelegenheid voor onverdeelde toewijding aan de Heere.
(32) En ik wil dat u zonder zorgen bent. De ongehuwde draagt zorg voor de dingen van de Heere, hoe hij de Heere zal behagen. (33) Wie echter gehuwd is, draagt zorg voor de dingen van de wereld, hoe hij zijn vrouw zal behagen. (34) Er is onderscheid tussen de gehuwde vrouw en het meisje dat nog maagd is. De ongehuwde draagt zorg voor de dingen van de Heere om zowel naar lichaam als naar geest heilig te zijn. Zij echter die gehuwd is, draagt zorg voor de dingen van de wereld, hoe zij haar man zal behagen. (35) En dit zeg ik tot uw eigen voordeel, niet om een strik over u heen te werpen, maar om u te leiden tot eerbaar gedrag en blijvende toewijding aan de Heere, zonder afgeleid te worden. – 1 Korinthe 7:32-35
Deze hoge en heilige roeping tot onverdeelde toewijding aan Christus brengt de ongehuwde man direct in een geestelijke strijd op een van de meest kwetsbare terreinen: zijn reinheid. Een hart dat volledig aan de Heere is toegewijd, kan geen ruimte geven aan onheilige begeerten.
De roeping tot reinheid
De Bijbelse oproep tot heiliging is absoluut en onvoorwaardelijk. Paulus schrijft aan de Thessalonicenzen:
Want dit is de wil van God: uw heiliging, dat u uzelf onthoudt van de ontucht, – 1 Thessalonicenzen 4:3
Reinheid, in het bijzonder seksuele reinheid, is een essentieel onderdeel van de wil van God voor elke gelovige man. Het is de logische en noodzakelijke uitdrukking van een hart dat aan Hem is toegewijd.
Deze roeping tot reinheid is allesomvattend. Het gaat niet alleen om het vermijden van fysieke, seksuele zonden. De Heere Jezus Zelf verlegt de focus van de uiterlijke daad naar de innerlijke gesteldheid van het hart:
Maar Ik zeg u dat al wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, in zijn hart al overspel met haar gepleegd heeft – Mattheüs 5:28
De strijd voor reinheid wordt dus primair gevoerd in het denken. Het vereist een bewuste keuze in wat we kijken, lezen en waar we onze gedachten op richten. Het is een strijd om het Bijbelse verlangen naar intimiteit binnen de door God gegeven kaders van het huwelijk te onderscheiden van wereldse lust, die begeert wat God verboden heeft.
Hoe kan een man deze reinheid bewaren in een cultuur die verzadigd is met seksuele verleiding? De Schrift geeft twee wegen. Ten eerste, bewust waken. Uit Job 31:1 leren we een belangrijke les:
Ik heb een verbond gesloten met mijn ogen hoe kan ik dan begerig naar een jonge vrouw kijken? – Job 31:1
Job gebruikt hier het beeld van een verbond, een bewuste, heilige afspraak die hij voor Gods aangezicht gemaakt heeft. Het gaat dus niet om een vluchtige goede bedoeling, maar om een vast besluit in zijn hart. Het woord verbond laat zien dat dit niet slechts een persoonlijke gewoonte is, maar een belofte tegenover God. Reinheid is niet primair een kwestie van zelfbeheersing, maar van eerbied voor de Heilige.
Job stelt een grens nog vóór de verleiding zich aandient. Hij wacht niet tot zijn ogen hem meesleuren, maar spreekt met zichzelf af: ik zal niet kijken met begeerte.
Een andere proactieve benadering is wat Paulus leert in Filippenzen 4:8:
Verder, broeders, al wat waar is, al wat eerbaar is, al wat rechtvaardig is, al wat rein is, al wat lieflijk is, al wat welluidend is, als er enige deugd is en als er iets prijzenswaardigs is, bedenk dat. – Filippenzen 4:8
Paulus legt hier de nadruk op de bewuste vulling van het denken. Het hart kan niet leeg blijven. Wanneer wij niet actief ons verstand richten op het goede, zal het gevuld worden met wat onrein en verdorven is. De strijd voor reinheid vraagt dus niet alleen om het vermijden van verkeerde invloeden, maar ook om het actief voeden met het ware, het reine en het heilige.
Wanneer een man zich oefent in het bedenken van wat goed is in Gods ogen, vormt dat een beschermende muur tegen verleiding. Het denken wordt dan niet gestuurd door beelden of begeerten, maar door Gods waarheid, die de gedachten vernieuwt en heilig maakt.
Ten tweede geeft de Schrift een reactieve weg. De radicale vlucht. Paulus roept de jonge Timotheüs op:
Maar ontvlucht de begeerten van de jeugd. Jaag rechtvaardigheid, geloof, liefde en vrede na, samen met hen die de Heere aanroepen uit een rein hart. – 2 Timotheüs 2:22
Het werkwoord dat Paulus hier gebruikt voor ‘ontvluchten’ is een urgent en compromisloos commando. Het is hetzelfde woord dat wordt gebruikt voor het vluchten uit een brandend huis of het ontsnappen aan een dreigend gevaar. De Schrift roept de man dus niet op om met seksuele verleiding te onderhandelen, zijn wilskracht te testen of te proberen de zonde te ‘beheersen’ in haar aanwezigheid. De goddelijke wijsheid is: keer je om en vlucht.
Deze opdracht tot vluchten is de erkenning van de verraderlijke kracht van de zonde en de zwakheid van ons eigen vlees. Een man die denkt dat hij de verleiding in eigen kracht kan weerstaan, getuigt van hoogmoed en is al op weg om te vallen. De wijze en nederige man erkent het gevaar en kiest bewust voor de door God gegeven ontsnappingsroute.
In de praktijk betekent dit het nemen van onmiddellijke, besliste maatregelen. Het is het direct wegklikken van een website, het uitschakelen van een film, het verlaten van een gesprek dat een verkeerde wending neemt, of het verbreken van een vriendschap die een bron van verleiding is. Het is een radicale keuze die misschien onbegrijpelijk is voor de wereld, maar die essentieel is voor het bewaren van een rein hart voor de Heere.
Grenzen in relaties
De principes van het proactief bewaken van het hart en het reactief ontvluchten van de zonde worden nergens zozeer op de proef gesteld als in de relaties die een ongehuwde man aangaat. De roeping tot reinheid krijgt een concrete en relationele vorm in de omgang met zusters in Christus. Het vraagt om een bewuste en Bijbelse benadering van vriendschap en ‘romantische’ interesse.
De apostel Paulus geeft, onder leiding van de Heilige Geest, een helder voorbeeld om te volgen, wanneer hij in 1 Timotheüs 5:2 leert om jonge vrouwen als zusters in reinheid te behandelen.
Het fundament voor Bijbelse grenzen is dus niet een lijst van regels, maar een houding van heilig respect. Een zuster in de gemeente is geen potentieel object voor de vervulling van emotionele of fysieke verlangens, maar een mede-erfgenaam van de genade van het leven, voor wie Christus is gestorven. Dit theologische besef moet het onderscheid bepalen tussen gezonde broeder- zusterschap en ongepaste intimiteit. Gezonde, opbouwende relaties vinden vaak plaats in de openheid van de gemeenschap, zijn gericht op wederzijdse aanmoediging in het geloof en bouwen de gemeente op. Ongepaste intimiteit daarentegen zoekt de exclusiviteit en de privésfeer op. Het uit zich in het delen van emoties die binnen de grenzen van een huwelijksverbond thuishoren, of in fysiek contact dat dubbelzinnig is en verlangen opwekt.
Het bewaren van reinheid vraagt daarom om het wijselijk vermijden van situaties die tot verleiding leiden. Dit is een praktische toepassing van de opdracht om de begeerten te ontvluchten. Een man die zijn eigen zwakheid en de kracht van de zonde serieus neemt, zal er bewust voor kiezen om niet langdurig alleen te zijn met een vrouw die zijn echtgenote niet is, zeker niet in een privé-omgeving. Hij zal terughoudend zijn met intieme contact en de context van zijn relaties bewust publiek en transparant houden.
Deze grenzen zijn een zegen. Ze beschermen de eer van de zuster in Christus, ze bewaren het hart van de man voor zijn toekomstige echtgenote, als God die geeft, en ze dragen bij aan een gezonde cultuur binnen de gemeente. Uiteindelijk is het leven in zuiverheid en met duidelijke grenzen een krachtig getuigenis. Het laat zien dat de man zijn voldoening en intimiteit vindt in zijn gemeenschap met Christus en dat hij relaties met anderen aangaat vanuit een verlangen om te eren, te dienen en op te bouwen, tot eer van God.
Christus: Bron en doel van reinheid
Waar vindt een man de kracht voor zulk een leven? De Schrift wijst ons niet naar onze eigen wilskracht of discipline, maar naar de onuitputtelijke bron van alle heiligheid: de Heere Jezus Christus Zelf.
De Heere Jezus Christus is de ultieme maatstaf voor het leven van de ongehuwde man. Hij leefde een leven van volmaakte reinheid en onverdeelde gehoorzaamheid aan de Vader. Hij werd “in alles op dezelfde wijze als wij verzocht, maar zonder zonde”. Zijn leven is het perfecte voorbeeld van een mens die volledig toegewijd was aan de eer van God, vrij van de afleidingen en compromissen van de zonde. Dit is de standaard waartoe wij geroepen zijn.
Deze standaard zou echter een onbereikbare last zijn als Christus alleen ons voorbeeld was. Hij is ook onze bron. De kracht om rein te leven komt niet voort uit het imiteren van een verre, historische figuur, maar uit de levende, organische gemeenschap met de opgestane Heere. Jezus Zelf leert dit met de metafoor van de wijnstok en de ranken:
(4) Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft. (5) Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen. – Johannes 15:4-5
De kracht voor zelfbeheersing en reinheid is de vrucht van het blijven in Christus. Het is Zijn leven dat door ons heen werkt.
Hiermee wordt het ongehuwde leven een unieke kans om de toereikendheid van Christus te demonstreren. Een man die in reinheid en toewijding leeft, laat zien dat Christus werkelijk de Bron van zijn vreugde en de inhoud van zijn leven is. Zijn leven wordt een getuigenis dat niet gericht is op het vinden van vervulling in een aardse relatie, maar op het verheerlijken van de Heere. De gemeenschap met Christus is dus zowel het middel als het doel. Hij geeft de kracht om zuiver te leven en een zuiver leven brengt Hem eer.
De vreugde en vrijheid van onverdeelde toewijding
Het ontvluchten van onreinheid is echter slechts de ene kant van de medaille. Het christelijk leven is geen lege ruimte die we alleen maar proberen vrij te houden van zonde. Het is een vol leven dat we actief vullen met de dingen van God. De strijd voor reinheid is het noodzakelijke middel, maar het najagen van een vreugdevolle en onverdeelde toewijding aan Christus is het uiteindelijke doel.
De psalmist belijdt in Psalm 16:1 “overvloed van blijdschap is bij Uw aangezicht, lieflijkheden zijn in Uw rechterhand, voor altijd.”
Een leven dat zich heiligt voor de Heere is geen leven dat zich van vreugde ontdoet. Het is een leven dat het tijdelijk en misleidend genot van de wereld opzijzet om de overvloedige en eeuwige vreugde van de gemeenschap met God Zelf te proeven.
Deze innerlijke vreugde wordt aangevuld met een unieke, praktische vrijheid. Vrij van de legitieme, door God gegeven zorgen en verantwoordelijkheden van het huwelijk en een gezin, bezit de ongehuwde man een beschikbaarheid voor de dienst in het Koninkrijk.
Deze beschikbaarheid opent de deur naar talloze concrete mogelijkheden. De ongehuwde man heeft vaak meer flexibiliteit in zijn tijd, financiën en mobiliteit. Dit stelt hem in staat om zich met een unieke focus in te zetten voor de Grote Opdracht. Hij kan zich dieper toeleggen op de studie van het Woord, meer tijd investeren in gebed en discipelschap, zich beschikbaar stellen voor veeleisende taken in de gemeente, of makkelijker deelnemen aan zendingsreizen. Zijn leven kan een uitvalsbasis worden voor ruime gastvrijheid en dienstbaarheid op manieren die voor een gehuwde man veel complexer zijn te organiseren.
De voldoening van de christelijke man als ongehuwd ligt dus in een dubbele realiteit. Een ‘ongestoorde’ gemeenschap met Christus en een grotere, praktische beschikbaarheid voor Zijn dienst. Zijn leven wordt een getuigenis van de waarheid dat Christus werkelijk genoeg is. Het demonstreert de allesovertreffende waarde van het kennen van Christus Jezus, onze Heere en vindt zijn doel in het gebruiken van deze unieke vrijheid om te leven voor dat wat eeuwigheidswaarde heeft, de eer van God en de opbouw van Zijn gemeente.
Conclusie
Het leven van de ongehuwde man is, net als dat van de gehuwde man, een tijdelijke roeping met een eeuwige bestemming. De uiteindelijke vraag is niet of een man trouwt, maar of hij trouw is aan de Koning die hem gekocht en geroepen heeft. Laat je leven, in deze unieke en kostbare tijd, daarom een onverdeeld getuigenis zijn van de allesovertreffende waarde van de Heere Jezus Christus.