Wat was het gebod van God aan de mens?

💡 Antwoord

In de hof van Eden mocht de mens van alle bomen vrij eten, behalve van de boom van kennis van goed en kwaad. Als de mens daarvan zou eten, zou de mens zeker sterven.

💬 Gespreksstarter

De HEERE God zegende de mens en plaatste hen in de hof van Eden. Van alle bomen in de hof mochten ze vrij eten. Alle bomen en al het gewas wat zaaddragend was, daar mochten Adam en Eva vrij van eten. Wat een zegen van God. Wat God aan Adam en Eva gaf, gaf Hij aan hen om van te genieten. God zei dat slechts een ding niet mocht. Van alle bomen was er een boom in de hof van Eden en dat was de boom van de kennis van goed en kwaad. Daarvan zei de HEERE God, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven. God wil niet dat Adam en Eva sterven, maar dat ze leven en genieten van Zijn zegen. Wat God gaf was geen advies, maar een gebod. Een gebod is niet iets wat je mag gehoorzamen, maar wat je dient te gehoorzamen. Wanneer God zegent mogen en moeten we daar dankbaar voor zijn. Wanneer God een gebod geeft dan moeten we gehoorzamen.

📖 Verwijzingen

(16) En de HEERE God gebood de mens: Van alle bomen van de hof mag u vrij eten, (17) maar van de boom van de kennis van goed en kwaad, daarvan mag u niet eten, want op de dag dat u daarvan eet, zult u zeker sterven.

De bovenstaande verwijzingen zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010.