Waarom we onze kinderen kerkgeschiedenis moeten leren-min

Waarom we onze kinderen kerkgeschiedenis moeten leren

(3) De HEERE is groot en zeer te prijzen, Zijn grootheid is niet te doorgronden. (4) Generatie op generatie zal Uw werken roemen, zij zullen Uw machtige daden verkondigen. (5) Ik zal spreken van de heerlijke glorie van Uw majesteit, en van Uw wonderlijke daden. (6) Zij zullen de kracht van Uw ontzagwekkende daden in herinnering roepen; Uw grootheid, die zal ik vertellen. (7) Zij zullen de mond doen overvloeien van de gedachtenis aan Uw grote goedheid, en vrolijk zingen van Uw gerechtigheid:

Zij die hun geschiedenis niet kennen, zijn gedoemd om haar te herhalen” – deze bekende uitspraak benadrukt de waarde van kerkgeschiedenis. Bekende namen zoals Augustinus, die met zijn ‘Belijdenissen’ diepe theologische inzichten gaf. Maarten Luther, die met de Reformatie het Evangelie van genade weer centraal stelde. En ook minder bekende helden zoals Perpetua, een jonge vrouw die haar leven gaf als martelaar. Kerkgeschiedenis toont ons de kracht van het Evangelie en de trouw van God tot in alle eeuwigheid.

Vooropgesteld, de Schrift, Gods Woord, is wat onze kinderen elke dag moeten horen en leren. Dit begint in de samenkomsten van de gemeente en wordt versterkt door gezinsaanbidding. Toch mogen we niet onderschatten hoe nuttig en noodzakelijk het is om onze kinderen ook kerkgeschiedenis mee te geven. Het laat zien hoe Gods Woord door de eeuwen heen stand heeft gehouden. Ze ontdekken hoe gelovigen de waarheid hebben verdedigd en hoe God trouw is gebleven aan Zijn kerk. Nog niet overtuigd? Lees verder waarom het nuttig en zelfs noodzakelijk is om je kinderen kerkgeschiedenis te leren.

1. Gods trouw door de geschiedenis heen

De geschiedenis van de kerk is getuigenis van Gods onwankelbare trouw. Vanaf de schepping tot de voleinding werkt God Zijn plan uit, ondanks de zondeval en de talloze keren dat mensen Hem ontrouw zijn geweest. Dit patroon zien we ook in de geschiedenis van de kerk: door tijden van vervolging, verdeeldheid en dwaling heen blijft God Zijn belofte trouw om Zijn volk te bewaren. Zoals de psalmist schrijft: “Uw trouw is van generatie op generatie; U hebt de aarde gegrondvest en zij staat vast” (Psalm 119:90).

Wanneer we onze kinderen kerkgeschiedenis leren, laten we hen zien dat Gods trouw niet een abstracte eigenschap is, maar een realiteit die zichtbaar wordt in de levens van Zijn kinderen door de eeuwen heen. Denk aan de vroege kerk die standhield onder zware vervolgingen door het Romeinse Rijk. Hoe kon deze jonge beweging, zonder politieke macht of middelen, niet alleen overleven, maar zelfs groeien? Het antwoord ligt in Gods belofte: “Ik zal Mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen” (Mattheüs 16:18).

Maar Gods trouw beperkt zich niet tot het beschermen van de kerk; Hij is ook trouw in het leiden van Zijn volk naar waarheid. Toen de middeleeuwse kerk haar weg begon te verliezen in rituelen en corruptie, bracht God hervormers zoals Maarten Luther en Johannes Calvijn naar voren. Door hen leidde Hij Zijn kerk terug naar het ware Evangelie van genade, het gezag van de Schrift en Christus in en over de gemeente.

2. Het besef van een historisch geloof

De weg van Christus is geen abstracte filosofie. Het is geworteld in de werkelijkheid van de geschiedenis. Onze belijdenis draait om feiten: de historische dood en opstanding van Jezus Christus, de belofte van Zijn wederkomst en Gods handelen door de eeuwen heen. De apostel Paulus benadrukt dit wanneer hij schrijft: “En als Christus niet is opgewekt, dan is onze prediking zonder inhoud, en zonder inhoud is ook uw geloof.” (1 Korinthe 15:14). Door kerkgeschiedenis te leren, beseffen onze kinderen dat hun geloof gebouwd is op het stevige fundament van Gods daden in de tijd.

Dit besef geeft een diepere worteling in hun geloof. Het laat zien dat het christendom niet zomaar een moderne religie is die ontstaat door menselijke behoeften. Het toont de continuïteit van Gods werk door de generaties heen. Vanaf de eerste belofte in Genesis 3:15, waarin God de komst van de Verlosser aankondigt, tot de vervulling daarvan in de Heere Jezus Christus, en verder in de verspreiding van het Evangelie door de apostelen. Dit zijn geen losse verhalen, maar een samenhangend geheel waarin God Zijn plan ontvouwt. Zoals Petrus schrijft: “Want wij zijn geen kunstig bedachte verzinsels gevolgd, toen wij u de kracht en de komst van onze Heere Jezus Christus bekendmaakten, maar wij zijn ooggetuigen geweest van Zijn majesteit.” (2 Petrus 1:16).

Wanneer we kinderen kerkgeschiedenis leren, wordt het geloof voor hen tastbaarder. Ze zien dat ze niet alleen staan, maar deel uitmaken van een eeuwenoude gemeenschap van gelovigen. Ze leren dat hun geloof niet afhankelijk is van persoonlijke emoties of ervaringen, maar is verankerd in de objectieve waarheid van Gods handelen. De getuigenissen van gelovigen zoals Polycarpus, die marteldood stierf om trouw te blijven aan Christus, of Augustinus, die de diepte van Gods genade ontdekte, laten zien hoe het geloof door de tijd heen gestalte heeft gekregen.

Dit besef is cruciaal in een tijd waarin individualisme en relativisme hoogtij vieren. De wereld probeert onze kinderen wijs te maken dat waarheid persoonlijk en flexibel is. Kerkgeschiedenis biedt een tegengeluid: het geloof dat wij belijden is historisch, geworteld in Gods werk door de eeuwen, en wordt gedeeld door een grote menigte van getuigen (Hebreeën 12:1). Het leert hen dat ze geen nieuwe weg hoeven te vinden, maar mogen wandelen op het oude pad dat velen voor hen hebben bewandeld.

3. Bewustzijn van de strijd om het Evangelie

Het Evangelie is de kostbaarste schat die de kerk bewaakt. Maar deze schat is door de geschiedenis heen nooit zonder strijd bewaard gebleven. Vanaf de eerste dagen hebben discipelen de waarheid van het Evangelie moeten verdedigen tegen dwalingen, ketterijen en aanvallen van binnen- en buitenaf. Dit is geen toevalligheid; het is een geestelijke strijd. De apostel Paulus waarschuwt: “Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk” (Efeze 6:12). Als wij onze kinderen kerkgeschiedenis leren, geven we hen een bewustzijn van deze strijd en leren we hen waakzaam te zijn voor de waarheid.

De strijd om het evangelie is een tastbare realiteit door de eeuwen heen. De vroege kerk verdedigde de godheid van Christus tegen ketters zoals Arius. Hun inspanningen resulteerden in de geloofsbelijdenissen die wij vandaag nog steeds gebruiken, zoals de Geloofsbelijdenis van Nicea. Tijdens de Reformatie stond Maarten Luther op tegen een kerk die de genade van God verduisterde door een systeem van menselijke verdienste. Hij herinnerde de wereld eraan dat redding alleen uit genade, door geloof, en in Christus is. Ireneüs van Lyon verzette zich tegen de gnostiek en benadrukte dat redding voor iedereen toegankelijk is, niet alleen voor een elitair groepje met geheime kennis. In de middeleeuwen verdedigde Anselmus van Canterbury de leer van Christus’ verzoening tegen onduidelijkheden in de kerk en legde hij de basis voor ons begrip van de gerechtigheid van God. Dergelijke gevechten waren niet slechts theologische debatten; ze waren bepalend voor de redding van zielen en de zuiverheid van het Evangelie.

Het bewustzijn van deze strijd is van cruciaal belang. Onze kinderen moeten weten dat het Evangelie niet vanzelfsprekend is en dat zij, net als de generaties voor hen, geroepen zijn om “te strijden voor het geloof dat eenmaal aan de heiligen overgeleverd is” (Judas 1:3). Kerkgeschiedenis leert hen dat het verdedigen van de waarheid een levenslange opdracht is, vaak met offers, maar altijd met Gods kracht en trouw.

Daarnaast laat kerkgeschiedenis zien dat deze strijd niet hopeloos is. God heeft altijd mannen en vrouwen opgeroepen om voor Zijn waarheid te staan, van Athanasius tot Elisabeth Elliot. Het geeft onze kinderen vertrouwen dat zij niet alleen strijden. Zoals Paulus zo prachtig schreef: “Ik heb de goede strijd gestreden. Ik heb de loop tot een einde gebracht. Ik heb het geloof behouden.” (2 Timotheüs 4:7). Deze strijd heeft een doel en een beloning: de eer van God en de verkondiging van het Evangelie aan de wereld.

4. Bescherming tegen dwaling

Kerkgeschiedenis helpt om onze kinderen te beschermen tegen dwaling. De geschiedenis van de kerk toont keer op keer aan dat dwaalleren een bedreiging zijn, met echte gevolgen voor het geloofsleven en de redding van mensen. De apostel Paulus waarschuwde: “Want er zal een tijd komen dat zij de gezonde leer niet zullen verdragen, maar dat zij zullen zoeken wat het gehoor streelt, en voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten.” (2 Timotheüs 4:3). Deze waarheid is door de eeuwen heen zichtbaar geweest. De lessen daarvan zijn essentieel voor onze kinderen om standvastig te blijven.

Van de marcionieten, die in de 2e eeuw beweerden dat de God van het Oude Testament een andere, mindere god was dan de Vader van Jezus Christus, tot de montanisten, die een extremistische nadruk legden op nieuwe openbaringen boven de Schrift, zien we hoe dwaalleren de kerk uitdagen. Tertullianus en Hippolytus confronteerden deze ketterijen met de Schrift en benadrukten de continuïteit van Gods openbaring in zowel het Oude als het Nieuwe Testament. In de middeleeuwen ontstonden de albigenzen, die een dualistische leer verkondigden waarin ze de materiële wereld als intrinsiek kwaad beschouwden, wat haaks stond op de Bijbelse leer van de schepping als goed. Tegelijkertijd moest de kerk de mystieke beweging van de vrije geest weerleggen, die de Bijbelse ethiek verwierp door te beweren dat men door spirituele eenheid met God boven zonde en moraal verheven kon zijn.

De wereld biedt een overvloed aan ideeën die waar lijken, maar in tegenspraak zijn met de Bijbelse leer. Of het nu, zoals in onze tijd gaat om de relativistische gedachte dat waarheid subjectief is, of om valse beloften van een welvaartsevangelie dat God reduceert tot een middel om onze verlangens te vervullen, kinderen moeten weten hoe ze dwaalleer kunnen herkennen en weerleggen. Kerkgeschiedenis biedt hen een lens om de herhaling van oude dwalingen in een nieuwe context te herkennen.

5. Het belang van correcte theologie

Correcte theologie is meer dan een intellectuele oefening; het is essentieel voor het kennen van God zoals Hij Zich in de Schrift heeft geopenbaard. Theologie bepaalt hoe wij God aanbidden, hoe wij Hem dienen, en hoe wij Zijn waarheid doorgeven aan de volgende generatie. De Heere Jezus waarschuwt in Johannes 4:24: “God is Geest en wie Hem aanbidden, moeten Hem aanbidden in geest en waarheid.” Zonder de juiste kennis van wie God is en wat Hij heeft gedaan, wordt onze aanbidding leeg. We lopen hiermee het risico een god naar eigen beeld te creëren.

Kerkgeschiedenis benadrukt ook dat correcte theologie niet alleen gaat over het verdedigen van de waarheid, maar ook over het diepgaand verstaan van Gods grootheid en genade. De Reformatie bracht een herontdekking van theologische diepten zoals Sola Scriptura (alleen de Schrift) en Sola Fide (alleen door geloof), die opnieuw de harten van gelovigen richtten op Christus als de enige Middelaar. Daarnaast schreven mannen zoals Jonathan Edwards en de Puriteinen met een diep besef van Gods heiligheid, liefde en gerechtigheid, wat generaties heeft geïnspireerd om een leven van eerbied en toewijding te leiden.

Onjuiste theologie leidt niet alleen tot verkeerde opvattingen over God, maar heeft ook ernstige gevolgen voor de praktijk van het geloof. Wat we over God geloven, beïnvloedt direct hoe we leven. Zoals de Heere Jezus waarschuwt: “Een goede boom kan geen slechte vruchten voortbrengen, en een slechte boom kan geen goede vruchten voortbrengen” (Mattheüs 7:18). Door de kerkgeschiedenis heen zien we talloze voorbeelden van hoe dwaalleer niet alleen het denken, maar ook de wandel van gelovigen heeft beïnvloed.

Het gnosticisme leerde dat het materiële kwaad was en alleen het geestelijke goed. Dit leidde tot twee extreme uitingen in het dagelijks leven. Sommigen leefden ascetisch, waarbij ze het lichaam verachtten en elke vorm van lichamelijk genot of zorg als zinloos zagen. Anderen vervielen in losbandigheid, omdat ze geloofden dat wat zij in hun lichaam deden geen invloed had op hun ‘geestelijke’ relatie met God. Deze dwaalleer verdraaide de Bijbelse visie op het lichaam, dat door God geschapen is en een tempel van de Heilige Geest behoort te zijn (1 Korinthe 6:19-20). In de middeleeuwen bracht de verkeerde focus op menselijke werken en aflaten een geestelijke cultuur voort waarin mensen in angst leefden voor hun redding. Velen probeerden zichzelf rechtvaardig te maken door uiterlijke rituelen en betalingen, in plaats van te rusten in de genade van God. Dit leidde tot geestelijke slavernij en een oppervlakkige wandel met God. 

Deze voorbeelden tonen aan dat onjuiste theologie niet slechts een academisch probleem is, maar een kwestie van het hart. “Houd u aan het voorbeeld van de gezonde woorden, die u van mij gehoord hebt, in geloof en liefde, die in Christus Jezus zijn.” (2 Timotheüs 1:13). Door onze kinderen te leren hoe verkeerde theologie verkeerde wandel voortbrengt, rusten we hen toe om de waarheid te omarmen en te leven naar Gods Woord.

6. De prijs van discipelschap

Het volgen van Christus is een levenslange toewijding. De geschiedenis van de kerk laat zien dat deze weg niet zonder offers is. De Heere Jezus Zelf maakte duidelijk dat discipelschap een prijs heeft: “Als iemand achter Mij wil komen, moet hij zichzelf verloochenen, zijn kruis opnemen en Mij volgen” (Mattheüs 16:24). Kerkgeschiedenis is gevuld met verhalen van mannen en vrouwen die dit letterlijk hebben gedaan.

Van de vroege martelaren zoals Polycarpus, die liever de dood koos dan Christus te verloochenen, tot de onzichtbare gelovigen in communistische regimes die hun families, vrijheid en soms hun leven gaven om trouw te blijven aan het Evangelie. Elk verhaal getuigt van een diep besef dat Christus meer waard is dan alles wat deze wereld te bieden heeft. Zoals de apostel Paulus ook leert: “Maar wat voor mij winst was, dat heb ik om Christus’ wil als schade beschouwd.” (Filippenzen 3:7).

De prijs van discipelschap is niet beperkt tot fysieke vervolging. Kerkgeschiedenis toont ook de offers die nodig zijn om trouw te blijven aan Gods waarheid in een wereld die voortdurend roept om compromis. William Wilberforce bijvoorbeeld, bracht zijn leven door in strijd tegen slavernij, gedreven door zijn geloof en toewijding aan rechtvaardigheid, ondanks felle tegenstand. Dietrich Bonhoeffer verwoordde het goed toen hij schreef: “Als Christus een mens roept, zegt Hij: Kom en sterf.” Zijn eigen dood als verzetsman tegen het nazisme is een krachtig voorbeeld van het opnemen van het kruis.

Wanneer we onze kinderen deze verhalen leren, maken we hen bewust van de realiteit van discipelschap. Het volgen van Christus is geen pad van gemak, maar van opoffering en toewijding. Dit beschermt hen tegen de illusie van een oppervlakkig geloof en bereidt hen voor om standvastig te zijn, zelfs wanneer de prijs hoog is.

7. De imperfectie van de gemeente en geloofshelden

Kerkgeschiedenis is niet alleen een verhaal van triomfen en geloofshelden, maar ook van menselijke zwakheden en de imperfectie van de gemeente. Dit doet niets af aan de kracht van het Evangelie of de betrouwbaarheid van God; het benadrukt juist Zijn genade en soevereiniteit. De Schrift zelf toont ons dit patroon: Petrus verloochende Christus (Mattheüs 26:75), David viel in zonde met Bathseba (2 Samuël 11), en Paulus moest de gemeente in Korinthe waarschuwen voor verdeeldheid en immoraliteit (1 Korinthe 1:10-13). Kerkgeschiedenis laat zien dat dit patroon zich door de eeuwen heen voortzet, maar ook dat God in Zijn trouw blijft werken door onvolmaakte mensen en gemeenschappen.

De vroege kerk kende haar eigen worstelingen. De Korinthische gemeente was verdeeld over leiderschap, en de Galaten waren geneigd terug te keren naar wetticisme (Galaten 3:1-3). In latere eeuwen zien we hoe kerkelijke concilies ook werden beïnvloed door politiek en persoonlijke ambities. Zelfs grote geloofshelden waren niet vrij van tekortkomingen. Augustinus, wiens geschriften diepe theologische inzichten bevatten, hield er een misplaatste visie op de doop en kerkelijke eenheid op na. Maarten Luther, de aanstichter van de Reformatie, was buitengewoon moedig, maar zijn antisemitische uitspraken werpen een schaduw over zijn nalatenschap. Zelfs hun theologie was niet altijd volledig in lijn met de Schrift; velen van hen zagen, net als wij, slechts ten dele en moesten hun opvattingen later aanpassen, of deze bleven onvolledig.

Ook de gemeente heeft vaak gefaald. De kruistochten, uitgevoerd onder het mom van religieuze ijver, brachten geweld en dood in plaats van het Evangelie. De koloniale missiebewegingen werden soms vermengd met uitbuiting en onrecht. Toch zien we ook hier hoe God Zijn werk voortzette, ondanks menselijke zwakheden.

Het erkennen van de imperfectie van de gemeente en geloofshelden is belangrijk voor onze kinderen. Het beschermt hen tegen een idealistische visie op de gemeente en voorkomt dat ze ontmoedigd raken door het falen van mensen. Zoals Paulus treffend schrijft: “Maar wij hebben deze schat in aarden kruiken, opdat de allesovertreffende kracht van God zou zijn en niet uit ons.” (2 Korinthe 4:7). Kerkgeschiedenis herinnert ons eraan dat de gemeente niet perfect is omdat ze bestaat uit zondige mensen, maar dat haar fundament onwankelbaar is omdat ze gebouwd is op Christus.

8. Unieke context van iedere generatie

Een van de mooiste aspecten van kerkgeschiedenis is de diversiteit en uniekheid van iedere generatie. Elk tijdperk en elke context brengt nieuwe uitdagingen, maar ook nieuwe uitingen van trouw en geloof voort. Het is belangrijk dat we kerkgeschiedenis niet bestuderen om op zoek te gaan naar mensen die precies zoals wij zijn, of om nostalgisch te verlangen naar een tijd waarin we willen terugkeren alsof “alles vroeger beter was”. Wat wij kunnen leren is om dezelfde trouw, afhankelijkheid en liefde voor God in onze eigen tijd en context te tonen.

En hier ligt een bemoedigende waarheid voor onze kinderen: ook zij zijn onderdeel van kerkgeschiedenis. Dezelfde God die werkte door de vroege martelaren, de reformatoren en zendelingen, werkt ook vandaag in en door ons. Zoals Paulus schrijft: “Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus om goede werken te doen, die God van tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen.” (Efeze 2:10).

Kinderen mogen weten dat hun geloof niet alleen een persoonlijke reis is, maar dat ze deel uitmaken van een groter geheel. Zij staan in een lange lijn van heiligen die als het ware de fakkel van het Evangelie hebben gedragen en die fakkel wordt nu aan hen doorgegeven. Dit besef geeft niet alleen betekenis aan hun leven, maar moedigt hen aan om in hun eigen generatie trouw te zijn aan God en te wandelen in de werken die Hij voor hen heeft voorbereid.

Conclusie

Kerkgeschiedenis is niet alleen een cadeau voor onze kinderen, maar ook een bron van geestelijke groei voor onszelf. Terwijl we onze kinderen onderwijzen over Gods werk door de eeuwen heen, worden wijzelf herinnerd aan Zijn trouw, de kracht van het Evangelie, en de offers die gelovigen hebben gebracht. We worden opnieuw vervuld met ontzag voor de God die door de eeuwen heen Zijn waarheid heeft bewaard. Dit versterkt niet alleen ons begrip, maar maakt ons ook tot betere voorbeelden voor onze kinderen, omdat zij zien dat wat wij hen leren ook in ons eigen hart leeft. Het is een proces dat niet alleen hen voedt, maar het hele gezin bemoedigt en bouwt in het geloof.

Deel artikel

Artikelen en overdenkingen in je mailbox?