Christus als Hoofd en middelpunt – Kenmerken van een Bijbelgetrouwe gemeente
In het vorige artikel stonden we stil bij het eerste fundament: een onwankelbaar vertrouwen op het Woord van God. In dit tweede verdiepingsartikel richten we de blik op de absolute heerschappij van Jezus Christus als Hoofd en middelpunt van Zijn gemeente. We zullen onderzoeken wat het praktisch betekent voor een gemeente om niet alleen met de mond te belijden, maar in heel haar wezen, haar leer, haar aanbidding en haar leven, te functioneren onder het levende gezag van haar Koning.
Christus als het enige onwankelbare fundament
Want niemand kan een ander fundament leggen dan wat gelegd is, dat is Jezus Christus.
1 Korinthe 3:11
In de context van de brief adresseert Paulus de gevaarlijke verdeeldheid in de gemeente, waar groepen zich vormden rond menselijke leiders zoals Paulus zelf, Apollos en Kefas. De apostel identificeert dit als een vleselijke en onvolwassen houding. Hij, als een ‘wijs bouwmeester’, heeft in zijn prediking het ene, ware fundament gelegd. Dit fundament is uitsluitend de Persoon van Christus. De uitspraak “niemand kan een ander fundament leggen” is een theologische vaststelling. Een bouwwerk dat op een ander fundament rust, is geen gemeente naar Bijbelse maatstaf.
Dit apostolische getuigenis staat in lijn met het onderwijs van de Heere Jezus Zelf. In Mattheüs 16 belooft Hij Zijn gemeente te bouwen op de ‘rots’ (petra) van Petrus’ belijdenis:
(16) Simon Petrus antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God. (17) En Jezus antwoordde en zei tegen hem: Zalig bent u, Simon Barjona, want vlees en bloed hebben u dat niet geopenbaard, maar Mijn Vader, Die in de hemelen is. (18) En Ik zeg u ook dat u Petrus bent, en op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen, en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen.
Mattheüs 16:16-18
De gemeente is dus gebouwd op de onwankelbare waarheid van wie Jezus is. Haar fundament is de identiteit van haar Heer.
Wat betekent dit concreet voor het leven en de praktijk van de gemeente? Het betekent dat het hele ‘bouwwerk’, haar leer, haar leven, haar aanbidding en haar missie, volledig moet rusten op en in overeenstemming moet zijn met dit ene fundament.
De gemeente levend onder Christus als haar Hoofd
Voortbouwend op het fundament van Christus, leert de Schrift dat de gemeente een levend organisme is met Hem als haar Hoofd. Dit is een fundamentele, organische realiteit die de aard, het leven en de structuur van de kerk bepaalt. Paulus schrijft aan de Efeziërs in Efeze 1:22-23 dat de Vader Christus heeft gegeven “als Hoofd over alle dingen aan de gemeente, die Zijn lichaam is”.
Het Griekse woord voor hoofd, kephalē, heeft in de Schrift meerdere betekenissen. In de context van Christus’ hoofdschap zijn de volgende betekenissen van toepassing:
1. Het Hoofd als levensbron
en zich niet houdt aan het hoofd, waaruit het hele lichaam, dat van banden en pezen voorzien is en daardoor samengevoegd, opgroeit door de groei die van God komt.
Kolossenzen 2:19
2. Het Hoofd als gezag
Ten tweede duidt het hoofd op absolute autoriteit. Christus is niet alleen de bron van het leven van de kerk, Hij is ook haar soevereine Heerser. Zijn heerschappij is geen democratie waarin de leden stemmen over de koers, noch een menselijke hiërarchie waarin de leiders autonoom regeren. Alle gezag in de gemeente is afgeleid gezag, dat uitsluitend wordt uitgeoefend in onderwerping aan en overeenkomstig de wil van het Hoofd.
Een gemeente die werkelijk onder Christus’ gezag leeft, zal dit op de volgende manieren laten zien:
- Zijn Woord is de enige en uiteindelijke autoriteit voor leer, leven en bestuur. Beslissingen worden niet genomen op basis van meerderheidsmeningen, culturele trends of de voorkeuren van de leiders, maar op de vraag: “Wat zegt het Hoofd in Zijn Woord?”
- De ambten die Christus heeft ingesteld (zoals ouderlingen en diakenen) worden erkend en gerespecteerd als de door Christus gegeven middelen waardoor Hij Zijn gemeente herderlijk leidt, onderwijst en verzorgt. Deze leiders zijn zelf ook dienaren die zich moeten onderwerpen aan het ene Hoofd.
De vraag die een zoeker naar een Bijbelgetrouwe gemeente zich dus moet stellen is: Erkent deze gemeente niet alleen in haar belijdenis, maar ook in haar dagelijkse praktijk, haar totale afhankelijkheid van Christus als haar Levensbron en haar onvoorwaardelijke onderwerping aan Hem als haar enige, absolute Gezagdrager?
De heerschappij van Christus door Woord en Geest
Het Hoofdschap van Christus is een actieve en levende heerschappij die Hij uitoefent door twee onlosmakelijke middelen: Zijn Woord en Zijn Geest. Een Bijbelgetrouwe gemeente erkent dat deze twee nooit van elkaar gescheiden of tegen elkaar uitgespeeld kunnen worden.
Zoals we in het eerste artikel van deze serie uitgebreid hebben behandeld, is de Schrift het objectieve, gezaghebbende en voltooide Woord van Christus. Hierin openbaart Hij Zijn wil, Zijn karakter en Zijn Evangelie. Een gemeente die onder Zijn heerschappij leeft, onderwerpt zich daarom onvoorwaardelijk aan alles wat de Schrift leert.
De Heilige Geest werkt onlosmakelijk met dit Woord. De Geest geeft geen nieuwe openbaringen die buiten de Schrift omgaan, noch spreekt Hij het Woord tegen. Wat de Geest juist doet is het geschreven Woord levend en krachtig maken in de gemeente. Hij opent de harten van de hoorders zodat zij de Schrift verstaan, Hij verlicht hun verstand om de waarheid ervan te zien en Hij past het Woord toe op hun leven, hen leidend tot bekering, geloof en heiliging.
Een Bijbelgetrouwe gemeente herken je dus aan dit evenwicht. Men verwerpt een doods intellectualisme dat alleen de letter van de Schrift heeft maar de levendmakende kracht van de Geest mist. Tegelijkertijd verwerpt men een stuurloos mysticisme dat zich beroept op de Geest, los van het gezag en de grenzen van de Schrift. De gemeente wordt geregeerd door de Geest door het Woord en door het Woord dat door de Geest wordt toegepast.
De verkondiging van de gekruisigde en opgestane Heer
(3) Want ik heb u ten eerste overgeleverd wat ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften, (4) en dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, overeenkomstig de Schriften,
1 Korinthe 15:3-4
Dit is de boodschap die de gemeente heeft ontvangen en die zij moet doorgeven. In een Bijbelgetrouwe gemeente zul je zien dat de prediking voortdurend terugkeert naar dit ankerpunt. De vergeving van zonden wordt niet gepresenteerd als een vaag concept, maar wordt direct verbonden aan het feit dat Christus gestorven is voor onze zonden. De hoop op de toekomst is niet gebaseerd op menselijk optimisme, maar op het feit dat Hij lichamelijk is opgewekt uit de dood.
Deze focus is een gebod. Paulus was zo overtuigd van de centrale plaats van het kruis, dat hij verklaarde:
want ik had mij voorgenomen niets anders onder u te weten dan Jezus Christus, en Die gekruisigd.
1 Korinthe 2:2
Dit betekent dat elke preek, elk onderwerp en elke Bijbeluitleg uiteindelijk moet leiden tot of voortkomen uit het volbrachte werk van Christus. Een preek over het huwelijk wordt verbonden aan Christus’ liefde voor Zijn gemeente. Een les over ethiek wordt geworteld in onze nieuwe identiteit door Zijn opstanding. De verkondiging is Christus-centrisch.
Een gemeente die trouw is aan dit kenmerk, herken je aan de vraag: wat is de uiteindelijke oplossing die voor elk probleem wordt aangedragen? Is dat harder proberen, positiever denken, of zeven stappen naar succes? Of is het altijd, onveranderlijk en uitsluitend het bloed en de gerechtigheid van de gekruisigde en opgestane Heer?
Toetsen en herkennen in de praktijk
Een gemeente die Christus als Hoofd erkent en Zijn kruis verkondigt, heeft onvermijdelijk één allesoverheersend doel: de verheerlijking van Christus in alles. De apostel Paulus leert in Kolossenzen 1:16;18 dat het universum geschapen is “door Hem en voor Hem” en dat Hij in alles “de Eerste” moet zijn. De gemeente, als het lichaam van Christus, bestaat dus niet voor zichzelf, voor haar leden, of voor haar eigen succes, maar uitsluitend voor de eer van haar Hoofd.
Dit theologische principe heeft zeer concrete, praktische gevolgen. Het vormt de toetssteen voor elke activiteit en beslissing binnen de gemeente.
- Bij de aanbidding d.m.v. muziek is de centrale vraag niet: “Vinden wij dit mooi?” of “Geeft dit ons een goed gevoel?”, maar: “Wordt Christus hierin verheerlijkt en waarachtig geëerd?”.
- Bij de bedieningen is de vraag niet: “Wat is populair of trekt de meeste mensen?”, maar: “Wat dient de heiliging van de gelovigen en de eer van Christus?”.
- Bij het bestuur van de gemeente is de vraag niet: “Wat is de meest efficiënte of pragmatische koers?”, maar: “Welke weg is het meest trouw aan de wil van onze God en brengt Hem de meeste eer?”.
De vorming van de gemeente naar het beeld van Christus
De apostel Paulus leert in Romeinen 8:29 dat het uiteindelijke doel van God voor Zijn volk is dat zij gelijkvormig worden aan het beeld van Zijn Zoon. Een Bijbelgetrouwe gemeente is daarom ten diepste een werkplaats van de Heilige Geest, waar gelovigen samen worden gevormd naar het beeld van Christus.
Deze vorming, of heiliging, is een doorlopend proces. Een gezonde gemeente is zich bewust van dit proces en richt al haar activiteiten hierop in. Het Woord wordt gebracht met het doel de hoorders meer op Christus te doen lijken. De onderlinge gemeenschap is een context van liefde, aansporing, vermaning en vergeving, waarin gelovigen elkaar helpen groeien in het navolgen van Christus. De sacramenten (Doop en Avondmaal) zijn door God ingestelde genademiddelen die de gelovigen sterken en hen zichtbaar herinneren aan hun eenheid met Christus’ dood en opstanding.
Een Bijbelgetrouwe gemeente herken je dus aan haar doelgerichte focus op heiliging. De gemeente is niet tevreden met alleen het belijden van de juiste leer; er is een actief en zichtbaar streven om die leer om te zetten in een leven dat de deugden van Christus weerspiegelt: Zijn nederigheid, dienstbaarheid, liefde, heiligheid en gehoorzaamheid aan de Vader. De centrale vraag is niet: “Groeit onze gemeente in aantal?”, maar: “Groeit onze gemeente in gelijkvormigheid aan Christus?”
Toetsen en herkennen in de praktijk
De theologische kenmerken van een Christus-centrische gemeente zijn helder, maar hoe herken je deze in de vaak verwarrende praktijk? Veel gemeenten gebruiken immers de juiste taal, zingen liederen over Jezus en belijden Zijn naam. Het onderscheid zit niet in wat er op de website staat, maar in wat er consistent wordt geleefd, gepredikt en gekoesterd. Het vraagt om een blik die verder kijkt dan de oppervlakte.
Een van de meest betrouwbare manieren om een gemeente te toetsen, is door meerdere preken te beluisteren en niet slechts één. Vraag jezelf af: waar word ik consequent op gewezen? Is de onvermijdelijke conclusie altijd weer de schoonheid, de noodzaak en de toereikendheid van het volbrachte werk van Christus? Of eindigt de preek vaker met een moreel stappenplan, psychologische tips, of een oproep tot meer inzet, zonder dat dit direct voortvloeit uit het Evangelie? Een Bijbelgetrouwe prediking laat je niet primair naar jezelf en je eigen inspanningen kijken, maar naar Christus en Zijn inspanning voor jou.
Let ook op de inhoud en de sfeer van de hele eredienst. Observeer de gebeden: zijn ze primair gericht op het vragen om persoonlijke zegeningen en comfort, of is er een diep besef van Gods heiligheid, aanbidding voor wie Hij is en een verlangen naar de eer van Zijn Naam? Analyseer de liederen die worden gezongen: verheerlijken ze de objectieve waarheden van Gods karakter en Christus’ werk, of zijn ze voornamelijk gericht op onze subjectieve gevoelens en ervaringen? Een Christus-centrische gemeente ademt een sfeer van ontzag voor een heilige God, niet slechts een sfeer van menselijke gezelligheid.
Probeer daarnaast in gesprek te gaan met de leden. Waar zijn zij enthousiast over? Spreken ze met passie over wat zij leren uit Gods Woord en hoe Christus in hun leven werkt? Of gaan de gesprekken vooral over de programma’s, de sociale activiteiten, de kwaliteit van de muziek of de persoonlijkheid van de voorganger?
Conclusie
Deel artikel