Bijbels onderscheidingsvermogenWat het is en waarom het essentieel is-min

Bijbels onderscheidingsvermogen: Wat het is en waarom het essentieel is

(8) De wet van de HEERE is volmaakt, zij bekeert de ziel; de getuigenis van de HEERE is betrouwbaar, zij geeft de eenvoudige wijsheid. (9) De bevelen van de HEERE zijn recht, zij verblijden het hart; het gebod van de HEERE is zuiver, het verlicht de ogen.

Mensen die uit het occulte komen, hebben de geestelijke werkelijkheid van dichtbij gezien. Ze weten dat misleiding en duisternis geen theorie zijn. Hetzelfde geldt voor wie gemeenten of denominaties heeft meegemaakt waar dwaling, manipulatie of misleiding plaatsvond. De pijn en waakzaamheid die hieruit voortkomen, kunnen de indruk wekken dat men daardoor beter onderscheidt wat uit God is en wat niet. Maar is ervaring, hoe intens ook, werkelijk een Bijbelse basis voor onderscheidingsvermogen?

Wat is Bijbels onderscheidingsvermogen?

Het concept van onderscheiden en onderscheidingsvermogen komt zowel in het Oude als het Nieuwe Testament voor. In 1 Koningen 3:9 vraagt Salomo: “Geef dan Uw dienaar een opmerkzaam hart, om recht te kunnen spreken over Uw volk, om met inzicht onderscheid te kunnen maken tussen goed en kwaad”. Het Hebreeuwse woord hier wijst op diep inzicht en verstandelijk onderscheiden. Dit gaat niet alleen over kennis, maar over het vermogen om op basis van wijsheid en Gods maatstaven juiste oordelen te vellen.

De apostel Paulus schrijft over zijn gebed voor de Filippenzen: “opdat u kunt onderscheiden wat wezenlijk is, opdat u oprecht bent en zonder aanstoot te geven tot de dag van Christus,”. Paulus gebruikt het Griekse woord dokimazein, wat betekent: testen, onderzoeken, beproeven met het doel het beste te herkennen en te kiezen. Dit woord werd gebruikt voor het testen van metalen om de echtheid en waarde te bepalen. Het impliceert een kritisch onderzoek waarbij men niet alleen goed van kwaad scheidt, maar ook het meest waardevolle kiest.

De auteur van Hebreeën schrijft in Hebreeën 5:14: “Maar voor de volwassenen is er het vaste voedsel, voor hen die hun zintuigen door het gebruik ervan geoefend hebben om te kunnen onderscheiden tussen goed en kwaad.” Het Griekse woord voor onderscheiden is het woord “diakrisis”, wat letterlijk “onderscheiding, scheiding maken” betekent. Het komt van het werkwoord diakrinō, wat betekent: een oordeel vormen door nauwkeurig te onderscheiden. Dit woord spreekt van inzicht waarmee iemand subtiele verschillen kan waarnemen en geestelijk onderscheid maakt tussen wat werkelijk goed is en wat slechts de schijn heeft. Het gaat niet om een gevoel of alleen om een zwart-wit oordeel, maar om een scherp onderscheidingsvermogen dat door oefening verfijnd wordt.

Bijbels gezien spreekt onderscheidingsvermogen dus niet slechts van een intellectuele vaardigheid, noch van een gevoel of eerdere ervaring met het kwade, maar van een door God gegeven vermogen om waarheid en leugen, goed en kwaad, en zuiverheid en misleiding helder van elkaar te scheiden.

De noodzaak van onderscheidingsvermogen

Niet alles wat zich christelijk noemt, draagt de kenmerken van Gods waarheid. Niet elke invloed binnen de gemeente is geestelijk gezond. De Schrift laat zien dat de duivel niet alleen werkt door openlijke vijandschap tegen God, maar juist ook door subtiele verdraaiing van de waarheid. In 2 Korinthe 11:14 lezen we dat Satan zich voordoet als een engel van het licht. De Heere Jezus waarschuwt in Mattheüs 24:24 dat er valse christussen en valse profeten zullen opstaan die grote tekenen en wonderen doen, om – als het mogelijk was – ook de uitverkorenen te misleiden. Dit onderstreept hoe gevaarlijk geestelijke misleiding is en hoe noodzakelijk het is dat een discipel in staat is om werkelijk te onderscheiden wat uit God is en wat niet.

Evenmin is elke afwijking of onvolkomenheid in inzicht of praktijk meteen het ultieme kwaad, en niet iedere bijzaak vormt een directe bedreiging voor het geloof. Onderscheidingsvermogen richt zich niet alleen op het blootleggen en afwijzen van misleiding, maar juist ook op het herkennen van wat God goed, zuiver en opbouwend acht. Zonder deze scherpte dreigt een gelovige zich te verliezen in bijzaken, waardoor hij het essentiële uit het oog verliest of secundaire zaken onterecht als kernwaarheid behandelt. Waar misleiding de waarheid vertroebelt, stelt werkelijk onderscheidingsvermogen een gelovige in staat om gefocust te blijven op wat in het leven met Christus werkelijk telt.

Onderscheidingsvermogen is geen doel op zichzelf, maar een middel om met een zuiver hart God te dienen en te leven naar Zijn wil. Daarom moet het altijd gepaard gaan met nederigheid, gemeenschap en een hart dat gericht is op Hem. Wie werkelijk onderscheid maakt, doet dat niet om zichzelf te verheffen, maar om met vreugde te wandelen in wat goed is en God te verheerlijken in alles.

De bron van ware onderscheidingsvermogen

Waarachtig onderscheidingsvermogen heeft een vaste en betrouwbare bron. Het is niet gebaseerd op persoonlijke indrukken, gevoelens of ervaringen, maar op een objectieve maatstaf buiten de mens zelf. Zonder een vaste referentie raakt onderscheidingsvermogen onvermijdelijk vervormd door subjectieve factoren en menselijke beperkingen. De Schrift laat zien dat het fundament voor werkelijk geestelijk onderscheid niet in de mens zelf ligt, maar in wat God geopenbaard heeft.

Het Woord van God is de onmisbare basis voor onderscheidingsvermogen. In Psalm 119:105 wordt geschreven: “Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad.” Dit laat zien dat Gods Woord leiding geeft en richting bepaalt. Wie niet geworteld is in de Schrift, mist de noodzakelijke helderheid om goed en kwaad te onderscheiden. Jesaja 8:20 zegt: “Terug naar de wet en het getuigenis! Als zij niet overeenkomstig dit woord spreken, zal er voor hen geen dageraad zijn.” Hier wordt duidelijk dat alles getoetst moet worden aan Gods openbaring. Dit geldt zowel voor leerstellige kwesties als voor de beoordeling van geestelijke invloeden en praktijken. Zonder deze toetssteen blijft een mens overgeleverd aan subjectieve indrukken, die vatbaar zijn voor misleiding.

Toch is het niet genoeg om enkel kennis te hebben van de Schrift. De natuurlijke mens is blind voor de realiteit van Gods waarheid en niet in staat om geestelijke zaken op de juiste manier te beoordelen. 1 Korinthe 2:14 leert: “Maar de natuurlijke mens neemt de dingen van de Geest van God niet aan, want ze zijn dwaasheid voor hem. Hij kan ze ook niet leren kennen, omdat ze geestelijk beoordeeld worden.” Dit maakt duidelijk dat onderscheidingsvermogen een kwestie van geestelijke verlichting is. De Heilige Geest is Degene Die de ogen opent voor de waarheid en inzicht geeft in wat uit God is en wat niet.

Wie onderscheidingsvermogen zoekt zonder zich te laten vormen door Gods Woord, zoekt tevergeefs. Wie kennis heeft zonder de leiding van de Heilige Geest, blijft in de duisternis. Wie de waarheid kent maar deze niet toepast, zal nooit scherp leren onderscheiden. Werkelijk onderscheidingsvermogen ontstaat wanneer een gelovige zich onderwerpt aan Gods Woord, zich laat leiden door de Geest en bereid is om zich voortdurend te laten oefenen in gehoorzaamheid.

Wanneer ervaring en wantrouwen Gods waarheid overschaduwen

Wanneer onderscheidingsvermogen niet geworteld is in Gods Woord, ontstaat verwarring. Wat ‘geestelijk zuiver’ of ‘gevaarlijk’ wordt genoemd, wordt emotioneel en subjectief beoordeeld. Dit verklaart waarom sommige mensen die uit het occulte komen overal demonische activiteit vermoeden, terwijl anderen bepaalde gevaren juist onderschatten. Beiden vertrouwen op hun eigen referentiekader. Spreuken 3:5 waarschuwt: “Vertrouw op de HEERE met heel je hart, en steun op je eigen inzicht niet.”  Wie zich wil richten op ware onderscheiding, moet niet vertrouwen op zijn eigen inzichten, maar op het Woord van God als de enige betrouwbare maatstaf.

Een ander gevaar van ervaringsgericht onderscheiden is dat het leidt tot een verkeerde focus. In plaats van te zoeken naar wat werkelijk van God is, blijft iemand gefixeerd op het herkennen van misleiding. Dit zie je vooral bij mensen die ervaring hebben gehad met belijdende christenen of gemeenten waar manipulatie en/of misleiding plaatsvond. De pijn en teleurstelling maken hen extra waakzaam, maar die waakzaamheid kan omslaan in een houding van constante achterdocht en angst.

Dit kan zich bijvoorbeeld uiten in een diep wantrouwen tegenover elke geestelijke leiding, waarbij men altijd op zoek is naar verborgen verkeerde motieven of subtiele misleiding, zelfs bij gezonde prediking. Het kan ook resulteren in een afwijzing van alles wat lijkt op eerdere negatieve ervaringen, waardoor iemand bijvoorbeeld geen enkele vorm van geestelijk gezag meer accepteert, omdat hij autoriteit uitsluitend koppelt aan misbruik. 

Anderen raken verstrikt in een houding waarin alles wat buiten hun eigen smalle kader valt meteen als gevaarlijk wordt bestempeld, zelfs wanneer het bijbels gefundeerd is. Een duidelijk voorbeeld hiervan is wanneer Bijbelse vermaning niet meer wordt geaccepteerd, omdat iemand dit direct associeert met geestelijke manipulatie of machtsmisbruik uit het verleden. Wanneer broeders of zusters op grond van Gods Woord een terechte vermaning geven, kan dit worden afgewezen als “geestelijke controle” of “misleiding”, terwijl het in werkelijkheid een bijbelse correctie is die tot zegen bedoeld is. In plaats van zich te laten vormen door de Schrift, vertrouwt men dan op het eigen onderscheidingsvermogen, dat in werkelijkheid vooral gevormd is door eerdere negatieve ervaringen. Dit leidt tot een situatie waarin men zich niet meer laat aanspreken en zichzelf afschermt van gezonde geestelijke groei.

Een nieuw denken

Onderscheidingsvermogen staat niet op zichzelf, maar is onlosmakelijk verbonden met de manier waarop iemand denkt en beoordeelt. De Schrift laat zien dat de natuurlijke menselijke manier van denken niet betrouwbaar is, omdat deze van nature door de zonde verdraaid is en geneigd tot misleiding. Daarom roept Paulus in Romeinen 12:2 op tot een radicaal proces van vernieuwing: “En word niet aan deze wereld gelijkvormig, maar word veranderd door de vernieuwing van uw gezindheid om te kunnen onderscheiden wat de goede, welbehaaglijke en volmaakte wil van God is.” Hier wordt duidelijk dat onderscheidingsvermogen niet slechts een gave is die iemand plotseling bezit, maar een vermogen dat gevormd wordt door een voortdurende transformatie van het denken.

Deze oproep is nodig omdat de wereld, daar hoort ook het occulte bij, zich kenmerkt door denken dat in strijd is met Gods waarheid. De zondige natuur van de mens zoekt geen waarheid, maar bevestiging van eigen verlangens en inzichten. Dit werd al zichtbaar in de hof van Eden, waar de slang Eva misleidde door haar denken te beïnvloeden (Genesis 3:1-6). De duivel veranderde niet de realiteit, maar de perceptie ervan, waardoor Eva anders ging kijken naar wat God had gezegd. Daarom is het noodzakelijk dat een gelovige niet vertrouwt op zijn natuurlijke manier van beoordelen, maar zijn denken voortdurend laat vormen door Gods openbaring.

De vernieuwing van denken waar Paulus over schrijft, is een actief proces. Het is niet slechts een kwestie van kennis vergaren, maar van een verandering in hoe iemand de werkelijkheid ziet en beoordeelt. Dit betekent dat oude patronen van denken en beoordelen moeten worden afgelegd en vervangen door een manier van denken die gevormd wordt door de Schrift. Kolossenzen 3:10 spreekt over het “aandoen van de nieuwe mens, die vernieuwd wordt tot kennis, overeenkomstig het beeld van Hem Die hem geschapen heeft.” Werkelijk onderscheidingsvermogen ontstaat wanneer een gelovige zich niet langer laat leiden door zijn vroegere inzichten, maar zich onderwerpt aan het hele raadsbesluit van God.

Toetsing is een essentieel onderdeel van dit proces. Een vernieuwd denken is niet passief, maar zoekt actief naar waarheid en toetsing van alles wat op het pad van een gelovige komt. In 1 Thessalonicenzen 5:21-22 wordt de oproep gedaan: “Beproef alle dingen, behoud het goede. Onthoud u van elke vorm van kwaad.” Dit laat zien dat de gelovige niet alles kritiekloos moet aannemen, maar elk leerstuk, elke overtuiging en elke geestelijke ervaring moet toetsen aan Gods Woord. Dit is een verantwoordelijkheid die niet op gevoel of ervaring gebaseerd is, maar op de objectieve waarheid van de Schrift.

Conclusie

Wie werkelijk wil onderscheiden, moet allereerst een diep verlangen hebben naar Gods Woord. Niet slechts om dwaling bloot te leggen, maar om te groeien in de kennis van de Heere en te wandelen in Zijn wegen. “Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid” (Kolossenzen 3:16). Dit is geen oppervlakkige kennis, maar een diepgeworteld leven in de waarheid, waardoor een gelovige gevormd wordt naar Gods wil. Alleen wanneer het Woord overvloedig in ons woont, kunnen we niet alleen herkennen wat onwaar is, maar bovenal groeien in wat goed, heilig en opbouwend is.

In 2 Timotheüs 2:22 schrijft Paulus: “Jaag rechtvaardigheid, geloof, liefde en vrede na, samen met hen die de Heere aanroepen uit een rein hart.” Dit is geen kwestie van individuele prestatie of een kwestie van persoonlijke scherpzinnigheid, maar een vermogen dat groeit in gemeenschap met anderen en in onderwerping aan Gods waarheid. De Heere heeft de gemeente gegeven, waarin beproefde en bekwame ouderlingen leiding geven en waarin broeders en zusters elkaar versterken in geloof en inzicht. Spreuken 11:14 leert: “Als er geen wijze raad is, komt een volk ten val, maar er komt verlossing door een veelheid van raadgevers.” Wie zichzelf losmaakt van de gemeente en vertrouwt op zijn eigen oordeel, verliest een van de belangrijkste middelen die God heeft gegeven om geestelijk gezond te blijven.

Deel artikel

Artikelen en overdenkingen in je mailbox?