In deze preek wordt stilgestaan bij de Bijbelse opdracht aan vrouwen om hun eigen man onderdanig te zijn, zoals de gemeente onderdanig is aan Christus. Vanuit verschillende Schriftgedeelten wordt uitgelegd wat onderdanigheid wél en niet betekent en hoe dit past binnen de door God ingestelde orde van hoofdschap. De preek benadrukt dat deze onderdanigheid niet gaat over ongelijkheid of slavernij, maar over het vrijwillig erkennen van de Godgegeven rol van de man als hoofd in het huwelijk. Er wordt gewaarschuwd tegen het aanpassen van Gods Woord aan persoonlijke voorkeuren of omstandigheden en duidelijk gemaakt dat onderdanigheid geen instemming met zonde of misbruik inhoudt. Tot slot wordt onderdanigheid geplaatst in het bredere kader van navolging van Christus, Die Zelf onderdanig was aan de Vader en wordt gewezen op het belang van een heilig getuigenis, opdat het Woord van God niet gelasterd wordt.
Kernpunten van de preek
- Onderdanigheid is een blijvende en duidelijke opdracht van God aan getrouwde vrouwen binnen het huwelijk.
- Het Griekse woord hupotassó duidt op het rangschikken onder een door God ingestelde orde, niet op minderwaardigheid.
- Onderdanigheid sluit ongoddelijke verzoeken, misbruik of zonde uit — gehoorzaamheid aan Christus staat altijd voorop.
- Onderwerping wordt zichtbaar in liefde, respect, steun en het bouwen van de man op — niet in vernedering of afbraak.
- Een vrouw weerspiegelt Christus’ gezindheid door haar onderdanigheid; rebellie weerspiegelt de geest van de satan.
- Ongehoorzaamheid aan deze oproep lastert het Woord van God en schaadt het getuigenis van het Evangelie.
- Onderdanigheid is geen doel op zich, maar een middel tot heiliging en gelijkvormigheid aan Christus.
Geciteerde Schriftgedeelten
Efeze 5:22-33 | Kolossenzen 3:18 | Titus 2:3-5 | 1 Petrus 3:1-6 | 1 Korinthe 14:34-35 | 1 Korinthe 11:3 | 1 Timotheüs 2:13 | Galaten 3:26-29 | 1 Korinthe 7:10-11, 39 | Romeinen 7:2-3 | Johannes 5:30 | Johannes 6:38 | Filippenzen 2:5-8 | 1 Johannes 2:6 | 1 Petrus 2:21 | Hebreeën 13:17
